Bij de Tweede Kamer is een wetsvoorstel met maatregelen betreffende de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid in behandeling. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de nota naar aanleiding van het verslag naar de Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel regelt compensatie voor werkgevers die een transitievergoeding hebben betaald voor werknemers die wegens langdurige arbeidsongeschiktheid zijn ontslagen sinds 1 juli 2015. Naar verwachting komt door dit wetsvoorstel een einde aan de praktijk van slapende arbeidsovereenkomsten na 104 weken ziekte van de werknemer.
Als bijlage bij de nota naar aanleiding van het verslag heeft de minister een concept van de regeling compensatie transitievergoeding gevoegd. Het wetsvoorstel bevat een bepaling dat het UWV op verzoek een compensatie verstrekt voor de (transitie)vergoeding die een werkgever heeft betaald bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een werknemer die wegens ziekte of gebreken niet meer in staat is zijn arbeid te verrichten. De compensatie kan worden verstrekt als de werkgever een transitievergoeding heeft betaald na opzegging of ontbinding van de arbeidsovereenkomst of het niet verlengen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, of als de werkgever een vergoeding heeft betaald op grond van een met de werknemer gesloten beëindigingsovereenkomst. De conceptregeling bevat nadere regels met betrekking tot de aanvraag en verstrekking van deze compensatie. Een van deze regels is dat de werkgever het verzoek om compensatie binnen zes maanden na de betaling van de vergoeding aan de werknemer bij het UWV moet indienen. Het is de bedoeling dat deze regeling per 1 april 2020 in werking treedt.