Een auto van de zaak wordt geacht ook voor privédoeleinden aan de werknemer ter beschikking te zijn gesteld. De werkgever moet een bedrag bij het loon van de werknemer tellen in verband met het voordeel van het privégebruik van de auto. De bijtellingsregeling geldt zowel voor een personenauto als voor een bestelauto. Er hoeft geen bijtelling plaats te vinden voor een bestelauto die door aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen. Ook hoeft geen bijtelling plaats te vinden voor een bestelauto die buiten werktijd niet gebruikt kan worden of waarvoor een verbod op privégebruik geldt. Een verbod op privégebruik voor een bestelauto moet schriftelijk zijn vastgelegd. De werkgever moet de vastlegging van het verbod bij de loonadministratie bewaren en hij moet erop toezien dat de werknemer zich aan het verbod houdt. Op overtreding van het verbod moet een passende sanctie staan.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde in een procedure dat een werkgever niet aannemelijk had gemaakt dat voor een van zijn werknemers een verbod op privégebruik van de ter beschikking gestelde bestelauto gold. In de loonadministratie ontbrak in ieder geval een vastlegging van een dergelijk verbod. De andere uitzonderingen op de verplichte bijtelling waren niet aan de orde. De werknemer nam de bestelauto na werktijd mee naar huis. Alleen bij langere perioden van afwezigheid stond de bestelauto op het terrein van de werkgever om door andere werknemers te kunnen worden gebruikt. Op grond daarvan oordeelde het hof dat de bestelauto ter beschikking van de werknemer was gesteld. De werkgever slaagde er vervolgens niet in om overtuigend aan te tonen dat de bestelauto voor niet meer dan 500 kilometer in een kalenderjaar privé was gebruikt.
Er was wel een rittenadministratie opgesteld, maar die voldeed niet aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling loonbelasting. Door de manier waarop de rittenadministratie was opgesteld kon het werkelijke gebruik van de bestelauto slechts bij benadering inzichtelijk worden gemaakt. De in de rittenadministratie vermelde kilometerstanden sloten niet aan bij de kilometerstanden op garagenota’s. De rittenadministratie was niet betrouwbaar.