De minister van SZW heeft Kamervragen beantwoord over de verhouding tussen winsten van bedrijven en de lonen. Het vaststellen van lonen is in eerste instantie een zaak van werkgevers en werknemers. De winsten van bedrijven zijn het afgelopen jaar sterk gestegen. Het kabinet roept werkgevers op om de lonen te laten stijgen als daar ruimte voor is. Volgens het kabinet is die ruimte er en wordt die ook benut, aangezien de lonen momenteel fors stijgen. Het Centraal Planbureau verwacht dat de lonen de komende jaren harder zullen stijgen dan de consumentenprijzen. De president van De Nederlandsche Bank verwacht dat de winstmarges van bedrijven zullen dalen.
Volgens de minister was de economie in 2022 oververhit. De vraag naar goederen en diensten was groter dan het aanbod. Dat heeft een prijsopdrijvend effect. Hogere prijzen leiden tot een afname in koopkracht van huishoudens, maar remmen ook de vraag naar goederen en diensten. De minister geeft aan dat er meerdere verklaringen mogelijk zijn voor het ontstaan van of bijdragen aan inflatie dan het streven naar hogere winsten. Het kan zijn dat de markt niet goed functioneert. Een andere mogelijkheid is dat bedrijven prijzen verhogen vooruitlopend op toekomstige kosten of uit onzekerheid over de toekomst. De minister verwacht dat over enige tijd duidelijk zal worden in hoeverre winstgedreven inflatie een blijvend of een tijdelijk fenomeen is. In augustus kijkt het kabinet naar het lastenbeeld en de koopkracht en zal waar nodig maatregelen nemen.