De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over zelfstandigen en verzekeringen bij arbeidsongeschiktheid. In het pensioenakkoord zijn afspraken gemaakt over de invoering van een wettelijke verzekeringsplicht voor het arbeidsongeschiktheidsrisico van zelfstandigen. De sociale partners zullen in overleg met zelfstandigenorganisaties een voorstel uitwerken dat zowel betaalbaar als toegankelijk is.
De minister is een onderzoek gestart naar de gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. In dat onderzoek wordt ook gekeken naar mogelijkheden voor oudere zelfstandigen in specifieke beroepen om zich te verzekeren als dit via private verzekeraars niet mogelijk is. Naar verwachting kan de minister de uitkomsten van dit onderzoek pas na de zomer aan de Kamer aanbieden.
De belangenorganisatie ZZP-Bouw heeft een alternatief ontwikkeld voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. De zelfstandige betaalt maandelijks een vast bedrag en bij ziekte ontvangt hij maandelijks een vast bedrag gedurende een periode van maximaal twee jaar of vijf jaar. Dit alternatief werkt op een vergelijkbare manier als broodfondsen: beide werken met schenkingen, waardoor geen sprake is van een verzekering. Een ander alternatief is het Tulpenfonds. Dit is een verzekering die werkt met solidariteitsgroepen en een vaste premie. De verzekering heeft een uitkeringsduur van maximaal zeven jaar en vult het inkomen aan tot het wettelijk minimumloon.
Hoewel de minister de ontwikkeling van zulke initiatieven met belangstelling volgt, ziet hij geen aanleiding om deze producten financieel te steunen.