Het beleidsbesluit met betrekking tot de toeslagen is gewijzigd. In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag is goedgekeurd dat rente wordt vergoed bij een herziening van een op 23 oktober 2019 onherroepelijk vaststaande terugvorderingsbeschikking kinderopvangtoeslag. Ook is goedgekeurd dat bij een dergelijke herziening in rekening gebrachte rente en betaalde kosten van invordering worden vergoed. Herziening is niet aan de orde als meer dan vijf jaar is verstreken na de laatste dag van het jaar waarop de terugvordering betrekking heeft en/of het recht op kinderopvangtoeslag met minder dan € 1.500 is verlaagd.
Voor wat betreft de vergoeding van rente worden een herziening van een toekenningsbeschikking in het voordeel van de belanghebbende en een herziening van een terugvorderingsbeschikking gelijk behandeld.
Bij een te late betaling van een op 23 oktober 2019 vaststaande terugvorderingsbeschikking kinderopvangtoeslag kan rente in rekening zijn gebracht. Bij een herziening van die terugvorderingsbeschikking zal de in rekening gebrachte rente naar evenredigheid worden vergoed.
Als kosten van invordering ter zake van een op 23 oktober 2019 vaststaande terugvordering later geheel of gedeeltelijk onverschuldigd blijken te zijn als gevolg van herziening worden deze onverschuldigd betaalde kosten aan de ouder vergoed.
Dat geldt ook voor in rekening gebrachte rente en betaalde kosten van invordering ingeval de herziene toekenning tot een lagere terugvordering zou hebben geleid.
Deze goedkeuringen zijn vooruitlopend op aanpassing van wetgeving in dit besluit opgenomen. Het wetsvoorstel waarin deze goedkeuringen zijn opgenomen is op Prinsjesdag 2020 ingediend bij de Tweede Kamer.
Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Staatscourant 2020 nr. 45908, nr. 2020-156992 | 06-09-2020