Category Archives: Corona update

Vergeet de uitstelregeling belastingschulden niet

Op 1 juli loopt de coronamaatregel voor uitstel van betaling van belastingschulden af. Tot die datum kunnen belastingplichtigen nog uitstel van betaling aanvragen voor belastingschulden die tot 1 juli 2021 zijn ontstaan. Schulden na 1 juli 2021 vallen (nog) niet onder de regeling. Dat betekent dat de aangifte loonheffingen of btw over het tijdvak juni 2021 weer gewoon volgens de oude regels moet worden betaald! Wel ligt er nog een motie in de tweede kamer om deze termijn met een kwartaal te verlengen tot 1 oktober 2021. 

Is er op basis van de oude regeling al verlenging van eerder verkregen uitstel gekregen, dan loopt het uitstel automatisch door tot 1 juli 2021. De opgebouwde belastingschuld hoeft dan niet meteen te worden afgelost. De aflossing start uiterlijk op 1 oktober 2022. De aflossingstermijn bedraagt 60 maanden. 

Ondernemers die eerder een aanvraag voor drie maanden hadden ingediend en na deze drie maanden niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, dienen zélf om verlenging van het uitstel te vragen. Doen ze dit niet, dan lopen ze het risico om uitgesloten te worden voor de betalingsregeling van 60 maanden.

Bron: Overig Thu, 24 Jun 2021 00:00:00 +0100

Reactie op motie voorwaarden NOW en bonussen- en dividendverbod voor multinationals

De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen waarin wordt gevraagd om voorwaarden te stellen aan multinationals met betrekking tot bonussen en dividenden als ze subsidie uit het coronasteunpakket ontvangen.

In reactie daarop stelt de minister van SZW voor om in de NOW-4 een aanvullende voorwaarde op te nemen met betrekking tot het uitkeren van bonussen en dividend. Werkgevers worden verplicht om bij de aanvraag van de NOW een overeenkomst te sluiten met een vertegenwoordiging van werknemers over hoe wordt omgegaan met bonussen en dividend. Deze aanvullende voorwaarde geldt enkel voor de NOW-4. De voorwaarde geeft de werknemersvertegenwoordiging de gelegenheid het gesprek aan te gaan over de uitkering van bonussen en dividend in relatie tot het belang van behoud van werkgelegenheid.

Vanaf de invoering van de NOW-2 geldt dat elk bedrijf dat een voorschot van € 100.000 of een definitieve subsidie van € 125.000 of meer ontvangt, geen bonussen aan directie en bestuur mag uitkeren, geen dividend aan aandeelhouders mag uitkeren en geen eigen aandelen mag inkopen. Dit geldt ook voor multinationals die gebruik maken van de NOW. Deze voorwaarden gelden niet voor bedrijfsonderdelen die niet in Nederland zijn gevestigd en/of geen werknemers in dienst hebben met Nederlands sociaal verzekeringsloon. Deze bedrijfsonderdelen kunnen geen gebruik maken van de NOW.

Bij een NOW-aanvraag op werkmaatschappijniveau, wanneer het concern niet, maar een werkmaatschappij wel voldoet aan de vereiste 20% omzetdaling, geldt een breder verbod. Het gehele concern mag in dat geval geen dividend uitkeren. Dit geldt ook voor buitenlandse bedrijfsonderdelen en voor onderdelen die zelf geen NOW hebben aangevraagd. Het inkopen van eigen aandelen is voor de gehele groep niet toegestaan. Het bonusverbod geldt voor de Raad van Bestuur, de directie van het concern en de aanvragende werkmaatschappij, maar niet voor andere bedrijfsonderdelen die geen NOW-aanvraag hebben ingediend. Deze regeling geldt sinds de NOW-1.

De minister vindt het onwenselijk om de voorwaarden voor het uitkeren van dividend en bonussen achteraf te verzwaren.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2021-0000088164 | 31-05-2021

Voorstellen verlaging administratieve lasten NOW

De minister van SZW heeft een zestal voorstellen gedaan ter aanpassing van de controlesystematiek van de NOW. De voorstellen moeten leiden tot een verlichting van de administratieve lasten, vooral voor werkgevers die een kleiner subsidiebedrag ontvangen.

Drempel derdenverklaring

Een grote groep ondernemingen kan volstaan met de aanlevering van een derdenverklaring. Op dit moment is bij een voorschot van € 20.000 tot € 100.000 en bij een definitief vastgestelde subsidie van € 25.000 tot € 125.000 een derdenverklaring vereist. Het drempelbedrag voor een derdenverklaring gaat voor de NOW-3 en NOW-4 omhoog naar € 40.000. Dit geldt voor het voorschotbedrag en voor het definitieve subsidiebedrag. De bovengrens van € 125.000 blijft bestaan, maar geldt ook voor het voorschotbedrag voor de NOW-3 en -4. De bestaande controle op definitieve aanvragen door SZW wordt geïntensiveerd.

Beperking werkzaamheden wanneer de financiële administratie al door een deskundige derde wordt gevoerd

Veel bedrijven, die een derdenverklaring voor de NOW nodig hebben, laten hun administratie al voeren door een deskundige en betrekken deze bij het opstellen van de aanvraag tot vaststelling. In die situatie hoeven werkzaamheden, die voor de normale dienstverrichting zijn verricht, niet nogmaals voor de aanvraag te worden gedaan. Wel moet de derdenverklaring bij de vaststellingsaanvraag gevoegd worden.

Controle NOW-3 en NOW-4 als ware het één opdracht

Per tranche van de NOW is nu een aparte controle vereist. Per NOW-periode moeten bepaalde voorwaarden worden getoetst. Het is gebruikelijk dat dit aparte opdrachten zijn met separate dossiervoering en controlewerkzaamheden. Voor de controle van de NOW-3 en -4 kan de accountant de opdracht voor de verschillende tranches beschouwen als één opdracht.

Aanpassing standaarden NOW

Voor de controle van een aanvraag tot vaststelling van de NOW is vorig jaar door de NBA een aparte standaard ontwikkeld. De NBA zal deze standaard aanpassen, waardoor er inhoudelijke en procesmatige samenvoegingen kunnen plaatsvinden.

Uitbreiding werkzaamheden door groepsaccountant

Een accountant van een werkmaatschappij heeft mogelijk geen zicht op controle-aspecten van de rest van het concern. Bij de controle van de omzet mag gebruik worden gemaakt van de controlewerkzaamheden van de groepsaccountant. De accountant hoeft op werkmaatschappijniveau niet zelf deze controle uit te voeren en evenmin een uitgebreide review uit te voeren op de werkzaamheden van de groepsaccountant. Ook andere werkzaamheden, die door de groepsaccountant van een concern worden uitgevoerd, kunnen voor de NOW-controle worden gebruikt.

Aanpassing controlepiramide bij aanvragen op werkmaatschappijniveau

Voor alle aanvragen waarbij de omzetdaling op het niveau van een werkmaatschappij wordt vastgesteld is op dit moment een accountantsverklaring met redelijke mate van zekerheid vereist, ongeacht de hoogte van de ontvangen tegemoetkoming. Als de definitief vastgestelde subsidie lager is dan € 375.000 volstaat een verklaring met beperkte mate van zekerheid.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2021-0000084037 | 30-05-2021

Startersregeling TVL

De staatssecretaris van EZK heeft de subsidieregeling tegemoetkoming vaste lasten (TVL) voor startende mkb-ondernemingen gepubliceerd. De regeling is inmiddels in werking getreden en vervalt per 1 januari 2022. In een Kamerbrief van 21 januari 2021 is de regeling voor starters aangekondigd. De regeling geldt voor ondernemers, die volgens de inschrijving in het handelsregister zijn gestart tussen 1 oktober 2019 en 30 juni 2020 en is beperkt tot het eerste kwartaal van 2021.

De startersregeling kent dezelfde afbakening als de TVL. Dit betekent dat de regeling niet geldt voor:

  • financiële instellingen;
  • overheden en extraterritoriale instellingen;
  • huishoudens;
  • publiekrechtelijke rechtspersonen;
  • overheidsbedrijven;
  • bekostigde scholen en instellingen voor beroeps- en hoger onderwijs.

Het omzetverlies moet meer dan 30% bedragen. De vaste lasten moeten minimaal € 1.500 bedragen, net als bij de TVL. Als referentieperiode voor het omzetverlies geldt het derde kalenderkwartaal van 2020 vanwege de versoepelde coronamaatregelen in die periode. Het omzetverlies wordt bepaald door de omzet van het eerste kalenderkwartaal van 2021 te vergelijken met de omzet van de referentieperiode. Subsidies, tegemoetkomingen of andere steun van de overheid in verband met de bestrijding van de coronacrisis maken geen deel uit van de omzet voor de toepassing van deze regeling.

De vaste lasten worden bepaald op een per SBI-code vastgesteld percentage van de omzet. De vaste lastenpercentages per SBI-code zijn dezelfde als bij de TVL. De subsidie bedraagt de referentieomzet maal het omzetverlies in procenten maal het vaste lastenpercentage maal 85%. De subsidie bedraagt maximaal € 124.999 per getroffen startende mkb-onderneming en minimaal € 1.500.

Aanvragen voor deze regeling kunnen vanaf 31 mei 2021 worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) via een daartoe beschikbaar gesteld formulier.

Om het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik van deze regeling te beperken, moeten ondernemingen die tussen 16 maart 2020 en 30 juni 2020 zijn ingeschreven en die een subsidie van minimaal € 25.000 aanvragen, een verklaring van een onafhankelijke deskundige aanleveren. De deskundige derde kan deze verklaring onafhankelijk van de aanvrager indienen op het portaal van RVO.nl. Aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 12 juli. RVO.nl stelt de subsidie direct vast en werkt dus niet met voorschotten. De uiterste datum van subsidievaststelling is 31 december 2021.

Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | besluit | WJZ/ 21037856, Staatscourant 2021, Nr. 27418 | 27-05-2021

TVL startende ondernemers

Ondernemers, die hun bedrijf tussen 1 oktober 2019 en 30 juni 2020 hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, kunnen vanaf 31 mei een aanvraag indienen voor de TVL. De regeling geldt voor ondernemers in het mkb en zzp’ers met een vestigingsadres, dat afwijkt van het woonadres. Om voor de startersregeling TVL in aanmerking te komen moet een ondernemer in het eerste kwartaal van 2021 30% omzetverlies hebben geleden ten opzichte van het derde kwartaal van 2020. Voor het tweede kwartaal geldt ook voor startende ondernemers de algemene TVL-regeling.

Andere voorwaarde voor de TVL voor startende ondernemers is een bedrag van ten minste € 1.500 aan vaste lasten per kwartaal. Het subsidiepercentage bedraagt 85%. Het maximale subsidiebedrag voor het eerste kwartaal is € 124.999. Bij een subsidiebedrag vanaf € 25.000 is een verklaring van een deskundige nodig bij de aanvraag.

Startende ondernemingen, die deel uitmaken van een groep van ondernemingen, komen niet in aanmerking voor de regeling omdat zij niet als starter worden gezien.

Het aanvraagloket voor de TVL voor startende ondernemers is geopend van 31 mei 2021 om 09.00 uur tot 12 juli 2021 om 17.00 uur.

Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | besluit | 27-05-2021

Steun- en herstelpakket derde kwartaal 2021

Het kabinet heeft de voorstellen voor het steun- en herstelpakket in het derde kwartaal 2021 bekendgemaakt.

NOW

 

 NOW-3

 NOW-4

 Omzetverlies

 20%

 20%

Subsidiepercentage

85%

85%

 Maximum salaris

 2 x maximum dagloon

 2 x maximum dagloon

 Vrijstelling loonsomdaling

 10%

 10%

 Opslag werkgeverslasten

 40%

 40%

De loonsubsidie NOW wordt verlengd met drie maanden, tot en met 30 september 2021. Het maximale vergoedingspercentage blijft 85; de loonsomvrijstelling bedraagt 10% van de loonsom. Als voorwaarde om in aanmerking te komen voor de NOW-4 geldt een minimaal omzetverlies van 20%. De forfaitaire opslag bedraagt 40% en de maximale vergoeding per werknemer twee keer het maximum dagloon. De referentiemaand voor de loonsom voor de NOW-4 is februari 2021. Deze maand geeft een representatiever beeld van de huidige loonsom dan de oude referentiemaand (juni 2020).

Met ingang van de NOW-3 telt een door de ondernemer ontvangen Tegemoetkoming Vaste Lasten niet langer als omzet voor de NOW. De NOW-3 geldt voor de periode van 1 oktober 2020 tot en met 30 juni 2021.

TVL

 

 Tweede Kwartaal 2021

 Derde kwartaal 2021

 Omzetverlies, minimaal

 30%

 30%

 Subsidiepercentage

 100%

 100%

 Maximum bedrag mkb*

 € 550.000

 € 550.000

 Maximum grote bedrijven*

 € 1.200.000

 € 600.000

 Overig

 * maximum subsidiebedrag voor   hele steunperiode is € 1,8 miljoen

  • Minimum vergoeding € 1.500
  • Mkb en niet-mkb
  • Vaste-lastendrempel € 1.500
  • Minimum vergoeding € 1.500
  • Mkb en niet-mkb
  • Vaste-lastendrempel € 1.500

De TVL stelt ondernemers in staat om hun vaste lasten ook in een tijd met minder of zelfs geen inkomsten te betalen. Het kabinet verlengt de TVL per 1 juli 2021 met één kwartaal (TVL-3), zonder aanpassingen in de regeling. Het vergoedingspercentage blijft 100 en de omzetdervingsdrempel van 30% wordt gehandhaafd. De regeling blijft in het derde kwartaal ook openstaan voor niet-mkb bedrijven. Het maximumbedrag dat een mkb-ondernemer kan ontvangen blijft € 550.000. Voor grote bedrijven wordt dit € 600.000. In het derde kwartaal blijft het mogelijk om als referentiekwartaal voor het derde kwartaal van 2020 in plaats van voor het derde kwartaal van 2019 te kiezen. Het maximum subsidiebedrag voor grote bedrijven wordt voor het tweede kwartaal verhoogd naar € 1,2 miljoen. Bedrijven kunnen door deze verhoging al in het tweede kwartaal van 2021 het staatssteunplafond van € 1,8 miljoen bereiken, waardoor zij in het derde kwartaal geen TVL meer kunnen ontvangen. Er komt geen extra subsidieregeling voor het grootbedrijf.

Tozo

De periode, waarover Tozo kan worden aangevraagd, wordt verlengd tot 1 oktober 2021. De voorwaarden voor het recht op uitkering wijzigen niet. Wel zal meer dan voorheen de nadruk liggen op het ondersteunen, activeren en stimuleren van ondernemers zodat zij zo snel mogelijk weer op eigen benenkunnen staan.

Terugbetaling lening bedrijfskapitaal

De datum waarop zelfstandige ondernemers moeten beginnen met de terugbetaling van een Tozo-lening voor bedrijfskapitaal wordt met zes maanden uitgesteld tot 1 januari 2022. Tot die datum is geen rente verschuldigd over de lening. De termijn waarbinnen de lening moet worden terugbetaald wordt verlengd van 42 naar 60 maanden.

Terugbetalingen NOW en TVL

Voor terugbetalingen van NOW en TVL wordt een doelmatigheidsgrens ingevoerd. Bedragen onder € 500 worden niet ingevorderd. RVO.nl en UWV voeren dit in de praktijk al uit.

TONK

Ook de TONK wordt met drie maanden verlengd, tot en met het derde kwartaal van 2021. Gemeenten hebben, als uitvoerders van de TONK, beleidsvrijheid met betrekking tot het vaststellen van de draagkracht van de aanvrager. De gemeente kan zelf bepalen in welke mate het inkomen of vermogen wordt betrokken bij het beoordelen van de aanvraag.

Fiscale maatregelen

Het kabinet verlengt diverse fiscale maatregelen tot 1 oktober 2021. Het gaat om:

  1. het uitstel van administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen;
  2. het akkoord met Duitsland en België over de belastingheffing van grenswerkers;
  3. de onbelaste reiskostenvergoeding;
  4. de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen;
  5. het btw-nultarief op mondkapjes;
  6. de btw-vrijstelling voor de uitleen van zorgpersoneel;
  7. het btw-nultarief op COVID-19-vaccins en testkits; en
  8. het behoud van het recht op hypotheekrenteaftrek bij een betaalpauze.

Het tijdelijk verlaagde btw-tarief op online sportlessen loopt door voor groepslessen, totdat deze binnen weer zijn toegestaan.

Urencriterium

Vanwege de aangekondigde versoepelingen van de coronamaatregelen wordt de versoepeling van het urencriterium na 1 juli 2021 niet voortgezet. Vanaf die datum tellen enkel de daadwerkelijk aan de onderneming bestede uren.

Aflossing belastingschuld

De versoepelde regeling voor uitstel van betaling van belastingen voor ondernemers loopt op 1 juli 2021 af. Vanaf deze datum moeten ondernemers nieuwe fiscale betalingsverplichtingen op tijd voldoen. De onder de uitstelregeling opgebouwde belastingschuld moet met ingang van 1 oktober 2022 worden afgelost. Dat is een jaar later dan eerder aangekondigd. De aflossingstermijn voor deze belastingschulden wordt verlengd van 36 naar 60 maanden. Er komt geen generieke kwijtscheldingsregeling voor belastingschulden.

Invorderingsrente

Sinds 23 maart 2020 bedraagt de invorderingsrente 0,01%. Volgens het huidige beleid zou de invorderingsrente per 1 januari 2022 teruggaan naar 4%. Het kabinet kiest ervoor om per 1 januari 2022 de invorderingsrente ter verhogen naar 1%. Per 1 juli 2022 gaat de invorderingsrente naar 2%, per 1 januari 2023 naar 3%, om per 1 januari 2024 uit te komen op 4%.

Overige maatregelen

Diverse kredietgarantieregelingen worden verlengd. De BMKB-C is al verlengd tot en met 31 december 2021. De garantieregelingen KKC, GO-C en de regeling Overbruggingskredieten via Qredits worden ook verlengd tot en met 31 december 2021, in lijn met het verlengde EU-staatssteunkader.

Beëindiging Garantieregeling Herverzekering Leverancierskredieten

Per 1 juli 2021 zal de herverzekeringsovereenkomst tussen de Staat en zeven particuliere kredietverzekeraars tot een einde komen. Net als in Duitsland, Denemarken en Engeland concluderen de Nederlandse staat en de betrokken kredietverzekeraars op basis van de huidige marktinformatie dat de regeling niet langer noodzakelijk is.

Bron: Ministerie van Financiƫn | publicatie | 26-05-2021

Kamervragen uitvoering Tozo

De minister van SZW heeft Kamervragen naar aanleiding van een krantenartikel over de Tozo-regeling beantwoord. De Tozo is gebaseerd op de Participatiewet. Omdat gemeenten bekend zijn met die regeling konden zij de uitvoering van de Tozo snel ter hand nemen. In een paar situaties is onduidelijkheid ontstaan over de vereisten van de Tozo. Het gaat onder andere om kinderalimentatie en de aanspraak op studiefinanciering. Mogelijk is niet goed gecommuniceerd dat kinderalimentatie meegerekend wordt als onderdeel van het netto-inkomen.

Op grond van de Participatiewet dienen gemeenten bij jongeren tot 27 jaar die niet studeren te beoordelen of zij mogelijkheden hebben om te gaan studeren en aanspraak te maken op studiefinanciering. Als dit het geval is, bestaat er geen recht op bijstand. Dat betekent dat ook jonge ondernemers die aanspraak maken op de Tozo daarop beoordeeld moeten worden. In een brief aan de Tweede Kamer valt te lezen dat de uitsluitingsgrond ten aanzien van jongeren tot 27 jaar, die zouden kunnen studeren, buiten toepassing is verklaard voor de Tozo.

De TONK is een tegemoetkoming voor noodzakelijke (woon)kosten voor levensonderhoud. Gemeenten hebben beleidsvrijheid bij de uitvoering van de TONK. Ook ondernemers, die niet in aanmerking komen voor de Tozo of deze terug moeten betalen, kunnen als zij voldoen aan de lokale voorwaarden een beroep doen op de TONK.

De maximale looptijd van Tozo-leningen voor bedrijfskapitaal bedraagt 42 maanden. De lening wordt verstrekt tegen een rente van 2%. Het kabinet beraadt zich op de schuldenpositie van bedrijven als gevolg van de coronacrisis. In dat beraad worden ook de voorwaarden van de Tozo-leningen betrokken. De minister heeft toegezegd dat hij de Kamer op korte termijn hierover zal informeren.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2021-0000079464 | 17-05-2021

Verlaging maximale rente consumptief krediet tot 1 juli 2022

De maximale rente voor consumptieve kredieten is gekoppeld aan de wettelijke rente in de vorm van een opslag op de wettelijke rente. Deze opslag bedraagt 12 procentpunten. De wettelijke rente bedraagt momenteel 2%. De maximale rente voor consumptieve kredieten komt daarmee uit op 14% per jaar. In verband met de coronacrisis is de opslag op de wettelijke rente tijdelijk verlaagd naar 8 procentpunten. De maximale kredietvergoeding bedraagt nu dus 10% per jaar. De tijdelijke verlaging geldt tot 1 september 2021. De minister van Financiën heeft een wijzigingsbesluit ter consultatie gepubliceerd waardoor wordt de verlaging wordt verlengd tot 1 juli 2022.

Bron: Ministerie van Financiƫn | besluit | 17-05-2021

Aanvraagloket NOW tweede kwartaal 2021 geopend

De Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW-3) kent drie subsidietijdvakken, ieder met een looptijd van drie maanden. Gedurende het subsidietijdvak kan de werkgever een aanvraag indienen voor NOW voor dat tijdvak. Het aanvraagloket is per subsidietijdvak steeds ongeveer vier weken opengesteld. De openingstijd van het aanvraagloket voor het derde tijdvak van de NOW-3, dat is het tweede kwartaal van 2021, is verlengd. Dit geeft werkgevers meer tijd om een aanvraag te doen en beperkt het risico van te laat indienen van een aanvraag. Het loket is geopend van 6 mei tot en met woensdag 30 juni 2021.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | Staatscourant 2021, Nr. 22269 | 03-05-2021

Aanvragen TVL eerste kwartaal 2021

De subsidieregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) heeft als doel om bedrijven voldoende liquide middelen te verstrekken om hun vaste lasten te kunnen betalen en hun onderneming draaiende te houden. De omvang van de vaste lasten wordt bepaald aan de hand van een sectorafhankelijk percentage van de omzet. De TVL is vrijgesteld van belasting over de winst, maar telt wel mee als omzet voor de Noodmaatregel voor Ondersteuning van de Werkgelegenheid (NOW).

Voorwaarden

Als voorwaarde voor de TVL geldt de combinatie van een omzetverlies van 30% of meer en een bedrag aan vaste lasten van ten minste € 1.500 in een periode van drie maanden. Het omzetverlies wordt bepaald door de omzet in de subsidieperiode te vergelijken met dezelfde periode in 2019. Bij de aanvraag wordt uitgegaan van de verwachte omzetdaling. Aan de hand daarvan wordt een voorschot op de subsidie uitgekeerd. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van omzetgegevens in de btw-aangiften. Dat geldt voor ondernemingen die per maand of per kwartaal aangifte doen.

Subsidiebedrag

De hoogte van de subsidie is gebaseerd op het omzetverlies. De vergoeding bedraagt over het eerste kwartaal van 2021 85% van het omzetverlies, vermenigvuldigd met het vastelastenpercentage. De minimale vergoeding bedraagt € 1.500; de maximale vergoeding € 550.000. Voor grote bedrijven geldt een maximum van € 600.000.

Aanvraag

De aanvraag voor het eerste kwartaal van 2021 kan tot en met 18 mei a.s. om 17.00 uur worden ingediend op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | publicatie | DGBI-TOP / 21068275 | 21-03-2021