Category Archives: Belastingplan

Belastingplan 2024 grotendeels aangenomen

De Eerste Kamer heeft ingestemd met het merendeel van de wetsvoorstellen, die samen het Belastingplan 2024 vormen. Het pakket Belastingplan 2024 omvat de volgende wetsvoorstellen:

  • Het Belastingplan 2024;
  • Het Belastingplan BES eilanden 2024;
  • Overige fiscale maatregelen 2024;
  • Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024;
  • Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling;
  • Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling;
  • Wet compensatie wegens selectie aan de poort;
  • Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen;
  • Wet fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw;
  • Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm;
  • Wet tijdelijke regeling herzien aangifte inkomstenbelasting;
  • Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag;
  • Bevriezing dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon;
  • Intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning;
  • Wet fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit.

De voorstellen Fiscale verzamelwet 2024 en Wet minimumbelasting 2024 zijn gezamenlijk met het Pakket Belastingplan 2024 behandeld en aangenomen. Het voorstel Wet fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit is verworpen. Bij de behandeling van het Belastingplan 2024 in de Eerste Kamer zijn 23 moties ingediend. Daarvan zijn er 15 aangenomen en zes verworpen. Een motie is ingetrokken; een motie is aangehouden.

In de moties vraagt de Eerste Kamer om voortaan belastingmaatregelen eerder in te dienen en om een meerjarige wetgevingsagenda fiscaliteit. Daarnaast roept de Kamer het kabinet op om de inflatiecorrectie volledig toe te passen, de invoeringsdatum van de nieuwe verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken uit te stellen tot 1 januari 2025 en om een nultarief in de verbruiksbelasting in te voeren voor dranken zonder toegevoegde suikers. De Kamer wil verder dat in het Belastingplan 2025 een alternatief dekkingsvoorstel voor het hogere minimumloon komt. Ook wil de Kamer de inkoopfaciliteit eigen aandelen behouden en de 30%-regeling aanpassen. De staatssecretaris van Financiën heeft toegezegd bij de Voorjaarsnota 2024 met alternatieven te komen.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 36418 | 18-12-2023

Nota n.a.v. tweede verslag Wet minimumbelasting 2024

De staatssecretaris van Financiën heeft de nota's naar aanleiding van het tweede verslag met betrekking tot de wetsvoorstellen behorende tot het pakket Belastingplan 2024, de Fiscale verzamelwet 2024 en de Wet minimumbelasting 2024 naar de Eerste Kamer gestuurd.

In de nota naar aanleiding van het tweede verslag inzake het wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 merkt de staatssecretaris op dat de Europese Unie bevoegd is richtlijnen op het gebied van de directe belastingen op te stellen die rechtstreeks van invloed zijn op de interne markt. De EU-richtlijn minimumniveau van belastingheffing is noodzakelijk voor een goede werking van de interne markt. Richtlijnen op het gebied van directe belastingen kunnen uitsluitend met eenparigheid van stemmen worden aangenomen. Volgens de staatssecretaris heeft het parlement de mogelijkheid zich uit te spreken over een richtlijnvoorstel voordat de onderhandelingen daarover in de Raad van de Europese Unie beginnen. Verder wordt aan het parlement goedkeuring gevraagd voor de uitonderhandelde richtlijnvoorstellen.

De staatssecretaris deelt de opvatting dat een multilaterale geschilbeslechting de meest passende vorm van geschilbeslechting is voor de minimumbelasting. Het kabinet zet zich daarvoor in. Mocht die er niet komen dan zal worden bezien of het mogelijk is om de Europese geschillenrichtlijn aan te passen.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 36 369 | 30-11-2023

Nota n.a.v. tweede verslag Belastingplan 2024

De staatssecretaris van Financiën heeft de nota's naar aanleiding van het tweede verslag met betrekking tot de wetsvoorstellen behorende tot het pakket Belastingplan 2024, de Fiscale verzamelwet 2024 en de Wet minimumbelasting 2024 naar de Eerste Kamer gestuurd.

30%-regeling

De Tweede Kamer heeft bij de behandeling van het Belastingplan 2024 een amendement aangenomen om de 30%-regeling te versoberen. Uitstel of heroverweging daarvan tot na een aangekondigde evaluatie van de regeling is in principe niet mogelijk. De evaluatie van de 30%-regeling zal op korte termijn beginnen, zodat eventuele aanpassingen naar aanleiding daarvan nog kunnen worden meegenomen in het Belastingplan 2025. De staatssecretaris merkt daarbij op dat de meeste gebruikers van de 30%-regeling niet eerder dan vanaf 2025 worden geconfronteerd met de gevolgen van de versobering van de 30%-regeling.

Afschaffing inkoopfaciliteit

Het kabinet verwacht geen positieve effecten van de voorgenomen afschaffing van de inkoopfaciliteit voor beursgenoteerde vennootschappen. Deze afschaffing is via een amendement van de Tweede Kamer onderdeel geworden van het Belastingplan 2024. De staatssecretaris wijst erop dat de inkoop van eigen aandelen in ons omringende landen meestal niet is belast met dividendbelasting. Omdat de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting pas per 2025 wordt afgeschaft is het mogelijk om in 2024 een wetsvoorstel in te dienen om de faciliteit weer in te voeren. De keuze daarvoor is aan een volgend kabinet. Wel merkt de staatssecretaris op dat het om een beperkte wettelijke aanpassing gaat, die eenvoudig en snel kan worden geregeld.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 30-11-2023

Nota naar aanleiding verslag wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024

Bij de Eerste Kamer zijn de wetsvoorstellen van het Belastingplan 2024 in behandeling. De staatssecretaris van Financiën heeft de nota's naar aanleiding van het verslag met betrekking tot deze wetsvoorstellen naar de Kamer gestuurd. In de nota naar aanleiding van het verslag betreffende het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 gaat de staatssecretaris in op vragen en opmerkingen van de verschillende fracties in de Eerste Kamer.

De staatssecretaris verwacht niet dat de overdracht van familiebedrijven door dit wetsvoorstel moeilijker wordt gemaakt. De voorgestelde aanpassingen van de bedrijfsopvolgingsregeling zijn bedoeld om de regeling doelmatiger en beter uitvoerbaar te maken en minder aantrekkelijk voor onbedoeld gebruik.

De staatssecretaris geeft aan dat de keuze voor de invoering van een minimumleeftijd van 21 jaar voor de doorschuifregeling bij schenking van een aanmerkelijk belang enigszins arbitrair is. Bij een verkrijging op jongere leeftijd zal minder snel sprake zijn van een reële bedrijfsopvolging. De keuze voor 21 jaar is ingegeven door de gedachte dat de bedrijfsopvolger na het bereiken van de meerderjarigheid tijd moet hebben gehad om werkervaring op te doen. Daarbij is aansluiting gezocht bij de termijn van drie jaar van de dienstbetrekkingseis die nu wordt afgeschaft.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2023-0000259776 | 16-11-2023

Nota naar aanleiding van verslag Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling

Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling in behandeling. De staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag betreffende dit wetsvoorstel naar de Kamer gestuurd.

Het fonds voor gemene rekening
Om beleggingsfondsen en beleggingsmaatschappijen in de vorm van een nv voor de vennootschapsbelasting gelijk te behandelen, blijft het fonds voor gemene rekening zelfstandig belastingplichtig. Om het feitelijke gebruik van dergelijke fondsen in overeenstemming te brengen met het doel stelt het kabinet voor om de definitie van fonds voor gemene rekening aan te passen. Daarbij is aansluiting gezocht bij de in de Wet financieel toezicht gehanteerde begrippen beleggingsfonds en fonds voor collectieve belegging in effecten. Dat heeft tot gevolg dat het aantal fondsen voor gemene rekening per 1 januari 2025 afneemt. De kwalificatie als fonds voor gemene rekening blijft mogelijk voor beleggingsfondsen, die deelnemingsrechten aanbieden aan een breed publiek en in het maatschappelijk verkeer eenzelfde functie vervullen als beleggingsmaatschappijen in de vorm van een nv.

De vrijgestelde beleggingsinstelling
Het voorstel om de voorwaarden voor toepassing van het regime voor vrijgestelde beleggingsinstellingen te wijzigen heeft tot gevolg dat het aantal kwalificerende instellingen met ingang van 1 januari 2025 afneemt. Het regime is bedoeld voor beleggingsinstellingen die deelnemingsrechten aanbieden aan een breed publiek. Door de wijziging van de voorwaarden voor de toepassing van het regime komt het gebruik daarvan meer in overeenstemming met de oorspronkelijke doelstelling en wordt onbedoeld gebruik voorkomen.

Overgangsrecht
Het voorgestelde overgangsrecht regelt bij fictie dat een fonds voor gemene rekening, dat door de wetswijziging per 1 januari 2025 niet langer aan de definitie voldoet, alle vermogensbestanddelen aan de deelgerechtigden vervreemdt. Vanaf dat moment worden de deelgerechtigden voor de betreffende vermogensbestandsdelen in de heffing van inkomsten- of vennootschapsbelasting betrokken. Onder voorwaarden is het mogelijk om de belastingheffing als gevolg van de maatregelen van dit wetsvoorstel uit te stellen.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 12-10-2023

Belastingplan 2024 door Tweede Kamer

De Tweede Kamer heeft de wetsvoorstellen van het pakket Belastingplan 2024 aangenomen. Dat ging niet zonder slag of stoot, getuige het grote aantal aangenomen amendementen waarmee de oorspronkelijke voorstellen zijn gewijzigd. De belangrijkste wijzigingen zijn:

Inkomstenbelasting

  • Het hoge tarief in box 2 bedraagt per 1 januari 2024 niet 31% maar 33%.
  • Het maximumbedrag van een schuld aan de eigen vennootschap (excessief lenen uit de eigen bv) wordt per 1 januari 2024 verlaagd van € 700.000 naar € 500.000.
  • Het tarief in box 3 gaat per 1 januari 2024 naar 36%.
  • De tabelcorrectiefactor wordt verlaagd naar 1,094941. De hoogste tariefschijf voor de loon- en inkomstenbelasting begint daardoor bij een bedrag van € 75.518. De verlaging van de correctiefactor heeft ook gevolgen voor de arbeidskorting.
  • De mkb-winstvrijstelling bedraagt in 2024 13,31%.
  • De vrijstelling voor groen sparen en beleggen in box 3 wordt per 1 januari 2025 verlaagd naar € 30.000.
  • De IACK wordt afgebouwd in negen stappen, ingaande per 1 januari 2027. De IACK blijft van toepassing voor alle ouders die voldoen aan de inkomens- en gezinsvoorwaarden, dus ook voor ouders van kinderen geboren na 31 december 2024. Per 1 januari 2035 zal de IACK zijn uitgewerkt.

Loonbelasting

  • De 30%-regeling wordt per 1 januari 2024 versoberd. Gedurende de eerste 20 maanden van de looptijd bedraagt de vrijstelling 30% van het belastbare loon, voor de volgende 20 maanden 20% en daarna gedurende maximaal 20 maanden 10%. De maximale looptijd van de regeling bedraagt 60 maanden. Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die in 2023 beschikken over een 30%-beschikking.

Werknemersverzekeringen

  • Het hoge tarief van de Aof-premie wordt verhoogd met 0,05%-punt.

Bedrijfsopvolgingsregelingen

  • Van de waarde van een onderneming voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) boven het plafond van de volledige vrijstelling is per 1 januari 2025 75% vrijgesteld. Nu is dat nog 83%. In het wetsvoorstel was een verlaging naar 70% voorgesteld. De drempel van een indirect aanmerkelijk belang van 0,5% als de verkrijger een bloed- of aanverwant in de neergaande lijn vervalt per 1 januari 2025.
  • Per 1 januari 2024 vallen aan derden ter beschikking gestelde onroerende zaken niet meer onder de BOR en de doorschuifregeling voor het aanmerkelijk belang in de inkomstenbelasting. De terbeschikkingstelling van landbouwgrond in het kader van voor teelten noodzakelijke vruchtwisseling op grond van een pachtovereenkomst is daarvan uitgezonderd. De voorwaarde dat een pachtovereenkomst is geregistreerd bij de grondkamer vervalt.

Vennootschapsbelasting

  • De voorgestelde afschaffing van de giftenaftrek vervalt.

Dividendbelasting

  • De inkoopfaciliteit in de dividendbelasting vervalt per 1 januari 2025. Dit heeft tot gevolg dat de inkoop van eigen aandelen even zwaar wordt belast als het uitkeren van dividend.

Bankenbelasting

Beide tarieven van de bankenbelasting worden verhoogd. Het tarief over het deel van het belastbare bedrag dat betrekking heeft op kortlopende schulden wordt verhoogd van 0,044% naar 0,058%. Het tarief over het deel van het belastbare bedrag dat op langlopende schulden betrekking heeft, wordt verhoogd van 0,022% naar 0,029%.

Energiebelasting

  • De belastingvermindering wordt voor 2024 verhoogd en bedraagt dan € 521,78 (exclusief omzetbelasting).
  • De afschaffing van de vrijstelling duaal verbruik en non-energetisch gebruik kolen wordt vervroegd van 2028 naar 2027.
  • Het energiebelastingtarief voor walstroom wordt vanaf 2024 in tien jaarlijkse stappen verhoogd. Daarmee wordt de verlaging van het energiebelastingtarief op elektriciteit in de eerste schijf gefinancierd.
  • Het afbouwpad voor het verlaagde tarief voor de glastuinbouw wordt verlengd naar tien jaar. Ter dekking komt er in 2025 een CO2-heffing voor de glastuinbouwsector.

Vliegbelasting

Per 1 juli 2024 wordt het maximaal toegelaten startgewicht voor de vliegbelasting verlaagd naar 4.000 kilogram. Vliegtuigen, die worden ingezet als sproei-, les- of ambulancevliegtuig kunnen bij AMvB worden uitgezonderd van de vliegbelasting.

Kansspelbelasting

Het tarief voor de kansspelbelasting wordt per 1 januari 2024 verhoogd van 29,5 naar 30,5%.

Inzagerecht

  • Een belastingplichtige of inhoudingsplichtige krijgt een recht op inzage in zijn fiscale dossier. Op een verzoek om inzage wordt gereageerd bij voor bezwaar vatbare beslissing. De fiscale geheimhoudingsplicht geldt niet voor inzage in het eigen dossier.

Accijns

  • De huidige accijnskorting voor benzine, diesel en LPG geldt ook in 2024. De jaarlijkse indexatie wordt per 1 januari 2024 niet toegepast.
  • De voorgestelde verhoging van de accijns op alcohol met 16,3% wordt nagenoeg gehalveerd. Het accijnstarief op tabak wordt verhoogd.

Proceskostenvergoeding

De voorgestelde maatregelen betreffende proceskostenvergoedingen voor de WOZ en de bom worden ook toegepast op administratiefrechtelijke sancties in verkeerszaken.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 25-10-2023

Nota van wijziging wetsvoorstel Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen

De staatssecretaris van Financiën heeft een nota van wijziging op het wetsvoorstel fiscale kwalificatie van rechtsvormen ingediend. Aanvankelijk had het kabinet het voornemen om de open commanditaire vennootschap (cv) af te schaffen per 1 januari 2024. Hierdoor zou in bepaalde situaties de bronbelasting op dividenden, die op per 1 januari 2024 in werking treedt, achterwege kunnen blijven. Nu de open cv pas op 1 januari 2025 komt te vervallen, wordt in 2024 mogelijk bronbelasting geheven, doordat in Nederland open cv’s fiscaal als niet-transparant gekwalificeerd worden en in het buitenland als transparant. Door de nota van wijziging wordt in bepaalde situaties vanaf 1 januari 2024 geen bronbelasting op dividenden geheven van een open cv of een daarmee vergelijkbaar buitenlands lichaam. In plaats daarvan wordt bij de achterliggende gerechtigden bepaald of sprake is van belastingplicht voor de bronbelasting op dividenden.

De maatregel geldt alléén voor de bronbelasting op dividenden. Een open cv kan in 2024 wel belastingplichtig zijn voor de bronbelasting op rente en royalty’s.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2023-0000226627, 36 425 | 12-10-2023

Nota van wijziging Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw

De staatssecretaris van Financiën heeft een nota van wijziging ingediend op het wetsvoorstel fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw. De wijziging heeft als doel de uitkomst van de fiscale behandeling bij de kleinere installaties van de productie van elektriciteit voor eigen gebruik gelijk te trekken met de productie van elektriciteit voor levering aan het net. Hierdoor wordt het fiscale voordeel om geproduceerde elektriciteit aan het net te leveren en de elektriciteit voor eigen gebruik van het net te halen weggenomen. De budgettaire derving van deze wijziging wordt gedekt uit een verhoging van de CO2-heffing glastuinbouw en een verlaging van de inputvrijstelling voor overige verbruikers.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2023-0000226627, 36426 | 12-10-2023

Tweede nota van wijziging Belastingplan 2024

De staatssecretaris van Financiën heeft een tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2024 ingediend. Belangrijkste aanpassing is een beperking van de inflatiecorrectie in de inkomstenbelasting. Deze beperking is aangebracht op verzoek van de Tweede Kamer om een verhoging van de kinderbijslag te financieren. De beperking werkt door naar de drempelbedragen voor vermogenstoets voor de toeslagen. De wettelijke inflatiecorrectie per 1 januari 2024 bedraagt 9,9%. In plaats daarvan wordt de toe te passen inflatiecorrectie vastgesteld op 9,61%.

De hoogste inkomensschijf begint na beperking van de indexatiefactor € 75.549 in plaats van € 75.624. Het maximum van de algemene heffingskorting daalt van € 3.374 naar € 3.366. De afbouw van deze heffingskorting begint bij een inkomen van € 24.839 in plaats van € 24.904. De maximale arbeidskorting daalt door de ingreep van € 5.553 naar € 5.538. De arbeidskorting daalt vanaf een inkomen van € 39.939 in plaats van € 39.898.

Ook de grenzen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, de maximumbedragen voor de vrijstellingen van groen beleggen en van contant geld, de aanslag- en teruggavedrempel, de hoogste grens van de eigenwoningwaarde voor het eigenwoningforfait en de drempelbedragen voor de beschikking rendementsgrondslag worden met de verlaagde factor geïndexeerd.

In deze nota van wijziging wordt ook de voorkoming van economisch dubbele belasting tussen de aanvullende maatregel voor gecontroleerde buitenlandse entiteiten in de vennootschapsbelasting (de aanvullende CFC-maatregel) en de kwalificerende binnenlandse bijheffing in het wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 geregeld.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 36418 | 15-10-2023

Motie fiscale stimulering gebruik deelauto’s

In de Tweede Kamer is een motie ingediend waarin het kabinet verzocht wordt te onderzoeken hoe het gebruik van deelauto’s gestimuleerd zou kunnen worden binnen bestaande fiscale regelingen voor werkgevers, zoals de MIA, VAMIL, EIA en de reiskostenvergoeding. De staatssecretaris van Financiën heeft meegedeeld dat hij het oordeel over deze motie aan de Tweede Kamer laat.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2023-0000218905 | 01-10-2023