Category Archives: Algemeen

Voorjaarsnota 2022

Het kabinet heeft de Voorjaarsnota gepubliceerd. Belangrijk onderdeel van de Voorjaarsnota wordt gevormd door de fiscale maatregelen, die dienen ter dekking van tegenvallers en extra uitgaven.

Verlaging eerste schijf vennootschapsbelasting

De vennootschapsbelasting (Vpb) kent een hoog en een laag tarief. Het plafond voor het lage tarief wordt in 2023 verlaagd van € 395.000 naar € 200.000.

Heffingvrij vermogen in box 3

Volgens het coalitieakkoord gaat het heffingvrije vermogen in box 3 in drie stappen van € 50.650 nu naar circa € 80.000. Deze verhoging gaat niet door.

Twee tariefschijven in box 2

In box 2 van de inkomstenbelasting komt met ingang van 2024 een tweeschijventarief. Het basistarief bedraagt 26% en geldt voor de eerste € 67.000 aan inkomsten in box 2. Daarboven gaat het tarief naar 29,5%.

Doelmatigheidsmarge loon dga

Het loon dat een dga ten minste moet verdienen mag 25% lager vastgesteld worden dan het loon dat past bij het niveau en de duur van de arbeid van de dga. Deze doelmatigheidsmarge wordt verlaagd naar 15%.

Afbouw algemene heffingskorting

De algemene heffingskorting daalt met het toenemen van het inkomen in box 1. Met ingang van 2025 gaan ook de inkomens in box 2 en 3 meetellen voor de afbouw van deze heffingskorting.

Beperking toepassing 30%-regeling

Voor uit het buitenland aangeworven werknemers geldt onder voorwaarden de 30%-regeling. Deze regeling houdt in dat zij maximaal 30% van hun totale beloning onbelast kunnen ontvangen. Toepassing van de 30%-regeling wordt beperkt tot maximaal de zogenaamde Balkenendenorm. Deze bedraagt in 2022 € 216.000. Er komt een overgangsregeling voor een periode van drie jaar.

Tarief overdrachtsbelasting

Het algemene tarief van de overdrachtsbelasting wordt volgens het coalitieakkoord verhoogd van 8 naar 9%. Nu is aangekondigd dat dit tarief zal worden aangepast naar 10,1%. Het algemene tarief geldt voor de verkrijging van andere onroerende zaken dan woningen, voor verkrijgingen van woningen door beleggers en voor woningen die niet als eigen hoofdverblijf dienen.

AOW-koppeling

De hoogte van de AOW-uitkering wordt gekoppeld aan de stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) met in totaal 7,5%.

Afschaffen IOAOW

De inkomensondersteuning AOW (IOAOW) wordt stapsgewijs verlaagd in 2023 en 2024 en afgeschaft met ingang van 2025.

Ouderenkorting

Het coalitieakkoord omvat een verhoging van de ouderenkorting. Deze verhoging gaat niet door. Dit raakt ouderen met een middeninkomen, maar niet de laagste inkomens (zij verzilveren de ouderenkorting niet) en de hoogste inkomens (zij hebben geen recht op ouderenkorting).

Oudedagsreserve ondernemers

Met ingang van 1 januari 2023 is het voor ondernemers niet meer mogelijk om fiscaal gefaciliteerd te reserveren voor hun oudedag. Bestaande oudedagsreserves worden op basis van de huidige regels afgewikkeld.

Verhoging minimumloon

De aangekondigde verhoging van het wettelijk minimumloon met 7,5% wordt naar voren gehaald. De verhoging bedraagt in 2023 en 2024 2,5%. In 2025 komt daar 2,32% bij.

Onbelaste reiskostenvergoeding

De maximale onbelaste reiskostenvergoeding bedraagt € 0,19 per kilometer. De aangekondigde verhoging wordt een jaar naar voren gehaald. In 2023 gaat het maximum vermoedelijk naar € 0,21 en in 2024 naar € 0,23.

Klimaatfonds en groeifonds

De subsidies in het Klimaat- en transitiefonds en het Nationaal Groeifonds worden verlaagd met € 2,2 miljard.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 19-05-2022

Kamervragen regeldruk verenigingen

De minister van Financiën heeft Kamervragen beantwoord over de regeldruk voor verenigingen. Door de regeldruk worden vrijwilligers, die verenigingen vaak draaiende houden, geconfronteerd met extra taken en wordt het lastiger om vrijwilligers te werven. De regeldruk ontstaat onder meer door vereisten in vergunningen of de AVG.

Volgens de minister is regelgeving op het gebied van bestuur en toezicht, veiligheid en privacy van belang om misbruik van verenigingen tegen te gaan. Het kabinet heeft maatregelen genomen die het eenvoudiger maken om vrijwilligers te vinden en te binden, zoals de regeling WW en vrijwilligerswerk, de regeling Gratis Verklaring omtrent gedrag (VOG) voor vrijwilligers en de verhoging van de onbelaste vrijwilligersvergoeding.

De belangrijkste wijzingen in de regelgeving waarmee verenigingen te maken hebben zijn de invoering van het UBO-register, de btw-verplichting voor denksporten, de AVG en de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR).

De btw-vrijstelling voor denksporten is per 1 januari 2022 vervallen. Dit is het gevolg van een arrest van het Hof van Justitie EU over de toepassing van de vrijstelling voor sportbeoefening. Voor deze vrijstelling is vereist dat de activiteit een niet te verwaarlozen lichamelijke component omvat. Bij denksporten is dat niet het geval. Denksportverenigingen met een omzet die lager is van € 20.000 kunnen gebruik maken van de btw-vrijstelling voor kleine ondernemers. Een groot deel van deze verenigingen doet dat.

De WBTR is op 1 juli 2021 in werking getreden en voorziet in maatregelen om de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen te verbeteren. Verenigingen en stichtingen hoeven hun statuten alleen aan te passen als daarin bepaalde regels ontbreken. Dat hoeft niet eerder te gebeuren dan bij een statutenwijziging om een andere reden. Volgens de minister legt de WBTR geen extra administratieve last op verenigingen en stichtingen.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2022-0000110441 | 10-04-2022

Aanvullende koopkrachtmaatregelen 2022

Het kabinet heeft een aantal maatregelen aangekondigd in verband met de gestegen energieprijzen.

Ongeveer 800.000 huishoudens met een inkomen op of net boven het sociaal minimum kwamen al in aanmerking voor een tegemoetkoming van circa € 200. De gemeenten keren deze bedragen uit. Het kabinet verhoogt dit bedrag met € 600. De btw op energie (aardgas, elektriciteit en stadsverwarming) wordt per 1 juli 2022 tijdelijk verlaagd van 21 naar 9%. Deze maatregel geldt tot 1 januari 2023. Het kabinet is in gesprek met de energiebranche om het effect van de verlaging zo snel mogelijk bij huishoudens terecht te laten komen. De accijns op benzine en diesel wordt per 1 april tijdelijk verlaagd met 21%. Als gevolg daarvan daalt het accijnstarief van benzine met 17,3 cent en het accijnstarief van diesel met 11,1 cent per liter. De accijnsverlaging gaat ook gelden voor lng en lpg. Voor deze brandstoffen bedraagt de accijnsverlaging 4,1 cent per liter. De verlaging van de accijnzen geldt tot 1 januari 2023.

In het najaar is door het vorige kabinet € 150 miljoen beschikbaar gesteld aan gemeenten om kwetsbare huishoudens te ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen. In aanvulling daarop wordt nogmaals € 150 miljoen beschikbaar gesteld uit de middelen die in het Coalitieakkoord zijn gereserveerd voor energiebesparing van huishoudens.

Om het effect van de stijgende energieprijzen ook in het Caribisch deel van het Koninkrijk te dempen wordt € 5 miljoen beschikbaar gesteld.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 2022-0000074083 Fri, 11 Mar 2022 00:00:00 +0100

Woonadressen afgeschermd in Handelsregister per 1 januari 2022

De ministerraad heeft ingestemd met een voorstel om het Handelsregisterbesluit 2008 te wijzigen. Door de wijziging worden per 1 januari 2022 de woonadressen van ondernemers en bestuurders afgeschermd. De wijziging moet misbruik van adresgegevens uit het Handelsregister moeilijker maken. De afgeschermde woonadressen zijn wel in te zien door overheidsorganisaties en door beroepsgroepen zoals advocaten en deurwaarders.

Een volgende stap om het ongewenste gebruik van adresgegevens tegen te gaan moet volgen uit de Datavisie Handelsregister, die het ministerie van EZK ontwikkelt. Het vestigingsadres van ondernemingen blijft ook na 1 januari 2022 op te vragen. De wijziging van het Handelsregisterbesluit biedt geen oplossing voor ondernemers van wie het vestigingsadres van de onderneming gelijk is aan het woonadres. De Datavisie Handelsregister moet leiden tot mogelijkheden om de privacy ook voor deze groep beter te beschermen. Een eerste versie van de Datavisie wordt in november ter consultatie gepubliceerd.

Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | publicatie | 30-09-2021

Verlenging termijn aanvraag verblijfsdocument Britten

Britten, die voor het einde van de overgangsfase op 1 januari 2021 van de Brexit in Nederland waren ingeschreven en in Nederland wonen, hebben tot 1 juli 2021 de tijd om hier een verblijfsdocument aan te vragen. Een deel van deze groep heeft dat nog niet gedaan. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft bekendgemaakt dat de termijn wordt verlengd tot 1 oktober 2021 om deze groep de gelegenheid te geven alsnog een verblijfsdocument aan te vragen. De verlengde termijn geldt ook voor Britten, die voor 1 januari 2021 als grensarbeider in Nederland werkten, terwijl zij niet in Nederland woonden. Zij hebben tot 1 oktober 2021 de tijd om een grensarbeidersdocument aan te vragen.

Werkgevers moeten actief controleren of hun werknemers beschikken over een geldige verblijfs- en werkstatus. Het in dienst nemen van illegale werknemers leidt tot boetes als dit wordt geconstateerd. Ook Britse werknemers moeten over een geldige status beschikken.

Bron: Overig | publicatie | 3348993 | 30-05-2021

Kort geding over UBO-register

De vierde Europese anti-witwasrichtlijn verplicht de lidstaten tot de invoering van een openbaar register van uiteindelijk belanghebbenden (ultimate beneficial owners, afgekort UBO’s) van vennootschappen en andere juridische entiteiten. Informatie over UBO’s moet toegankelijk zijn voor de bevoegde autoriteiten, de financiële inlichtingen eenheden en meldingsplichtige entiteiten. In de vijfde Europese anti-witwasrichtlijn is bepaald dat informatie over UBO’s verplicht openbaar toegankelijk is. Iedereen heeft toegang tot de naam, geboortemaand en -jaar, woonstaat, nationaliteit en aard en omvang van het door de UBO gehouden economisch belang. Wel kan om gedeeltelijke afscherming van de openbaar toegankelijke UBO-informatie worden verzocht.

Nederland heeft aan de verplichtingen uit de richtlijnen voldaan door de invoering van een UBO-register. De implementatiewet heeft de Handelsregisterwet 2007, het Handelsregisterbesluit 2008 en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme gewijzigd. Deze wet is op 27 september 2020 van kracht geworden. In het Handelsregister wordt opgenomen wie de UBO’s zijn van vennootschappen of andere juridische entiteiten. In het UBO-register worden de volgende gegevens opgenomen:

  • het burgerservicenummer of een buitenlands fiscaal identificatienummer van de UBO;
  • de naam, de geboortemaand en het geboortejaar, de woonstaat en de nationaliteit van de UBO;
  • de geboortedag, de geboorteplaats, het geboorteland en het woonadres van de UBO; en
  • de aard en omvang van het door de UBO gehouden economisch belang.

Afschriften van identiteitsbewijzen en van de documenten, waaruit de aard en omvang van het gehouden belang blijken, moeten in het UBO-register worden gedeponeerd.

De rechtbank Den Haag heeft in een kort geding geoordeeld dat Nederland met de invoering van het UBO-register voldoet aan de verplichtingen van de Europese richtlijnen. De rechtbank heeft de vordering om de verplichting tot het registreren van persoonsgegevens van UBO’s en de openbare toegankelijkheid in verband met schending van de privacy buiten werking te stellen afgewezen. Volgens de rechtbank kan de Nederlandse staat niet in de positie worden gebracht waarin de staat handelt in strijd met een geldende richtlijn. Het oordeel over de rechtmatigheid van een Europese richtlijn is voorbehouden aan het Hof van Justitie EU. Tot op heden heeft het Hof van Justitie EU zich niet over de rechtmatigheid van het openbare UBO-register uitgesproken. Daarom heeft de rechtbank niet de mogelijkheid om de rechtmatigheid van (onderdelen van) de Nederlandse implementatiewetgeving te toetsen. De rechtbank erkent dat bij de totstandkoming van de richtlijnen kritiek over onnodige inbreuken op de privacy is genegeerd. Dat kan aanleiding zijn voor het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU. De rechtbank ziet daarvan af, omdat een Luxemburgse rechter dergelijke vragen al heeft voorgelegd. Een beantwoording van deze vragen van het Hof van Justitie EU is er nog niet.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBDHA20212457, C/09/604682 / KG ZA 20-1232 | 17-03-2021

Recht op basisbetaalrekening bij Nederlandse bank

Een wetsvoorstel beoogt mogelijk te maken dat alle Nederlanders, ongeacht waar zij wonen, recht hebben op een basisbetaalrekening bij een Nederlandse bank. Het wetsvoorstel is vooral van belang voor Nederlanders die buiten de EU wonen. De afgelopen jaren hebben Nederlandse banken steeds vaker de betaalrekeningen van deze groep Nederlanders opgezegd. De Wet op het financieel toezicht (Wft) bepaalt nu dat banken consumenten, die rechtmatig in de EU verblijven, in staat moeten stellen een basisbetaalrekening aan te vragen en te gebruiken. De Wwft biedt banken een aantal gronden om mensen een basisbetaalrekening te weigeren. De bestaande weigerings- en eenzijdige opzeggingsgronden blijven in stand. Daar wordt aan toegevoegd dat een bank geen bankrekening hoeft aan te bieden aan een consument die woont in een land waar een vestigingsvereiste voor banken geldt en de bank in dat landgeen vestiging heeft.

Bron: Overig | wetsvoorstel | 04-03-2021

Aanpassing diverse uitvoeringsregelingen

De staatssecretarissen van Financiën hebben via de eindejaarsregeling diverse uitvoeringsregelingen op het terrein van de directe en de indirecte belastingen, het formele belastingrecht en het invorderingsrecht gewijzigd. De wijzigingen vloeien onder meer voort uit het Belastingplan 2021, de Wet differentiatie overdrachtsbelasting en de Wet bronbelasting 2021. Daarnaast is een aantal zelfstandige wijzigingen in de uitvoeringsregelingen aangebracht en zijn redactionele verbeteringen doorgevoerd. Enkele belangrijke wijzigingen worden hierna toegelicht.

30%-regeling

Uit het buitenland aangeworven werknemers met een bijzondere deskundigheid kunnen onder voorwaarden gebruik maken van de 30%-regeling. Een van de voorwaarden is dat de werknemer moet voldoen aan het looncriterium van de 30%-regeling. Een eventuele loonsverlaging als gevolg van het opnemen van ouderschaps- of zwangerschapsverlof blijft buiten beschouwing. Dat geldt sinds 1 juli 2020 ook voor het opnemen van aanvullend geboorteverlof, adoptieverlof en pleegzorgverlof.

Niet-coöperatieve rechtsgebieden

Anguilla, Barbados, Palau, Panama en de Seychellen zijn toegevoegd aan de Europese lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden. Oman is van deze lijst afgehaald. Deze mutaties zijn verwerkt in de Nederlandse lijst.

Woonlandfactor

In de bijlage bij de Uitvoeringsbeschikking Vpb 1971 en de Uitvoeringsbeschikking Dividendbelasting 1965 is de woonlandfactor voor het Verenigd Koninkrijk vervallen.

Giftenaftrek en ANBI’s

Twee verbeteropties voor de giftenaftrek en de regeling voor algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) zijn ingevoerd. De waarde in het economische verkeer van giften in natura wordt vermeld in de onderhandse akte van schenking. Een van de voorwaarden waaraan een instelling moet voldoen om als ANBI te worden aangemerkt is de liquidatiebepaling. Deze bepaling houdt in dat het overblijvende vermogen van een ANBI na opheffing moet worden besteed aan een ANBI met een soortgelijke doelstelling. De eis van een soortgelijk doel is voor reguliere ANBI’s vervallen. Alleen voor culturele ANBI’s blijft deze eis bestaan.

Nultarief reizigersbagage

Leveranciers kunnen het nultarief voor de omzetbelasting toepassen bij leveringen van goederen aan personen die buiten de Europese Unie wonen. De koper moet de EU binnen drie maanden na de aankoop hebben verlaten, met deze goederen in zijn persoonlijke bagage. De huidige regeling is arbeidsintensief omdat de koper bij het verlaten van de EU het gekochte goed en de factuur aan de douane moet kunnen tonen. De douane moet de factuur aftekenen voor uitvoer, waarna de koper de factuur aan de verkoper moet terugsturen om het in de aankoopprijs begrepen btw-bedrag terug te kunnen krijgen. De verkoper kan vervolgens het btw-nultarief toepassen op deze levering. Dit proces is vereenvoudigd door de mogelijkheid van geautomatiseerde afhandeling door de Nederlandse douane. Als aan de voorwaarden voor geautomatiseerde afhandeling is voldaan kan fysieke aftekening van de factuur achterwege blijven.

IACK en co-ouderschap

Een van de voorwaarden voor toepassing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is de inschrijvingseis. In het geval van co-ouderschap kunnen beide ouders recht hebben op de IACK.  Omdat een kind niet op beide adressen van de ouders kan staan ingeschreven, wordt geacht te zijn voldaan aan de inschrijvingseis zolang sprake is van co-ouderschap. De Hoge Raad heeft bepaald dat beide ouders recht hebben op de IACK als zij de zorg voor de kinderen gelijkelijk verdelen in een ander repeterend ritme dan bij een verblijf van doorgaans ten minste drie gehele dagen per week in beide huishoudens. De uitvoeringsregeling is hieraan aangepast. Om tot beide huishoudens te kunnen behoren zijn drie aspecten van belang:

  1. het verblijf (de zorg voor het kind) is gelijkelijk verdeeld tussen beide co-ouders;
  2. dit gebeurt volgens een repeterend ritme; en
  3. het verblijf bij een ouder is niet bijkomstig.

De gelijke verdeling wordt per kalenderjaar beoordeeld. Het kind moet gedurende 156 dagen per kalenderjaar bij elk van de co-ouders verblijven.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Nr. 2020-0000246185, Stcrt.2020, 64029 | 30-12-2020

Wetsvoorstel plan van aanpak witwassen aangekondigd

Op korte termijn is een wetsvoorstel van de ministers van Financiën en van Justitie en Veiligheid te verwachten dat de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering moet verbeteren. Het voorstel verbiedt contante betalingen van bedragen hoger dan € 3.000 door beroeps- of bedrijfsmatige handelaren. Gegevensdeling door banken, financiële instellingen en notarissen wordt makkelijker. Verder komt er een wettelijke mogelijkheid voor gezamenlijke transactiemonitoring door banken.

Het wetsvoorstel omvat maatregelen om de integriteit van de trustsector te verbeteren. De bestaande wetgeving wordt in deze sector niet volledig nageleefd, waardoor integriteitsrisico’s blijven bestaan. Er komt een verbod op dienstverlening waarbij hoogrisicolanden of op belastinggebied non-coöperatieve landen betrokken zijn en op het aanbieden van zogenaamde doorstroomvennootschappen. De tekst van het wetsvoorstel wordt gepubliceerd bij de indiening daarvan bij de Tweede Kamer.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 24-09-2020

Bouwstenen toekomstig belastingstelsel

De vorige staatssecretaris van Financiën heeft toegezegd om begin 2020 met concrete bouwstenen en voorstellen te komen voor verbeteringen en vereenvoudigingen van het belastingstelsel. Het doel van het bouwstenentraject is om uitgewerkte beleidsopties op te leveren voor het volgende kabinet. Er zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd over de volle breedte van het belastingstelsel. Er is gekeken naar de loon- en inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, de milieubelastingen, belastingen gericht op gezondheidsaspecten, de schenk- en erfbelasting en lokale belastingen. Verder is gekeken naar thema’s als de Nederlandse belastingmix, vereenvoudiging en de rol van Europa in het belastingstelsel. 

De onderzoeken zijn gedaan naar aanleiding van de volgende geconstateerde knelpunten in het belastingstelsel:
1. De lastendruk op arbeid voor werkenden wordt steeds hoger.
2. Het huidige stelsel raakt uitgewerkt.
3. De opkomst van flex- en platformeconomie vraagt om aanpassing van wet en uitvoering.
4. Ongelijke belasting van vermogen leidt tot arbitrage en uitstel.
5. Het belasten van winst wordt (nationaal) steeds lastiger.
6. Schade aan klimaat en gezondheid wordt onvoldoende beprijsd.
7. De effectiviteit van nationale belastingheffing neemt af.

Waar de lasten op arbeid vooral voor middeninkomens zijn gestegen, heft Nederland ten opzichte van andere landen relatief weinig belasting op vermogen. Sommige vormen van vermogen, zoals de eigen woning en het vermogen in box 2, worden minder belast dan andere. Er zijn beleidsopties uitgewerkt om het verschil in belastingdruk tussen werknemers, zelfstandigen en gepensioneerden te verkleinen, belastingontwijking aan te pakken en het stelsel eenvoudiger te maken. Ook worden beleidsopties voorgesteld om belastingen op arbeid te verlagen en belasting op (inkomen uit) vermogen te verhogen. Het bouwstenentraject heeft 169 uitgewerkte beleidsopties opgeleverd.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2020-0000094149 | 20-05-2020