All posts by jansen_kleton_claudia

Premiepercentages zorgverzekering 2022

De minister van VWS heeft de premiepercentages voor de Zorgverzekeringswet voor 2022 vastgesteld. De hoge premie daalt van 7,0% in 2021 naar 6,75% in 2022. De lage premie daalt van 5,75% in 2021 naar 5,5% in 2022. De hoge premie wordt betaald door inhoudingsplichtigen. De lage premie geldt voor zelfstandigen en dga’s. De premie is verschuldigd over het premieloon, met een maximum van € 59.706 in 2022. In 2021 bedraagt het maximum premieloon € 58.311.

Bron: Overig | besluit | 3262512-1016081-Z, Staatscourant 2021, Nr. 47687 | 28-11-2021

Wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2022 aangenomen

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2022 als hamerstuk aangenomen. Daarbij is de PVV-fractie aantekening verleend. Dat wil zeggen dat de fractie, als er stemming zou hebben plaatsgevonden over dit wetsvoorstel, tegen zouden hebben gestemd. Het wetsvoorstel wijzigt een aantal fiscale wetten. De meeste wijzigingen zijn technisch of redactioneel van aard. Het voorstel bevat ook enkele inhoudelijke wijzigingen. De maatregelen in dit wetsvoorstel hebben geen gevolgen voor het budgettaire beeld.

Dit wetsvoorstel bevat:

  • de invoering van een inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting voor vennootschappen met landgoederen in de zin van de Natuurschoonwet;
  • een aantal wijzigingen in de Algemene douanewet;
  • een technische aanpassing in de afvalstoffenbelasting;
  • het invoeren van een nieuwe rentebepaling in de Invorderingswet;
  • het vervallen van de horizonbepaling over het bodemrecht van de Belastingdienst in de Invorderingswet;
  • het opnemen van een algemene antimisbruikmaatregel in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen; en
  • redactionele wijzigingen in de Wet op de loonbelasting en de Invorderingswet.
Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 35.708 | 06-12-2021

Vermogensgrenzen zorgtoeslag 2022

Het recht op zorgtoeslag is niet alleen inkomens- maar ook vermogensafhankelijk. Boven een bepaald vermogen vervalt het recht op zorgtoeslag. Bepalend is de rendementsgrondslag van box 3 van de inkomstenbelasting. De minister van VWS heeft de bedragen voor 2022 vastgesteld. Voor een alleenstaande geldt een maximale rendementsgrondslag van € 120.020. In 2021 gold een maximum van € 118.479. Voor partners geldt als maximum een gezamenlijke rendementsgrondslag van € 151.767 in 2022. In 2021 gold een maximum van € 149.819.

Bron: Overig | besluit | Staatscourant 2021, Nr. 47692 | 28-11-2021

Coronasteun loopt door in eerste kwartaal 2022

Het kabinet heeft bekend gemaakt dat de huidige coronamaatregelen in ieder geval tot 14 januari 2022 gelden. Om die reden worden diverse steunmaatregelen verlengd tot en met het eerste kwartaal van 2022.

Werkgevers

De loonkostensubsidie NOW-6 geldt voor de maanden januari, februari en maart 2022. Deze regeling zal vergelijkbaar zijn met de huidige NOW-5. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet een werkgever ten minste 20% omzetverlies hebben. De vergoeding bedraagt 85% van het omzetverlies. De volledige voorwaarden voor de NOW-6 worden in januari bekend gemaakt.

Zelfstandigen

Er komt geen extra steunmaatregel voor zelfstandigen. Wel blijft de versoepeling van de Bijzondere bijstand voor zelfstandigen van kracht. Dat betekent dat er geen vermogenstoets wordt gehanteerd en dat de bijstand met terugwerkende kracht kan worden aangevraagd.

Vaste lasten

De voorwaarden van de TVL zullen in het eerste kwartaal van 2022 gelijk zijn aan die van de huidige TVL. Om in aanmerking te komen voor de TVL moet een ondernemer meer dan 30% omzetverlies lijden. De maximale subsidie bedraagt 100% van de vaste lasten, die worden berekend aan de hand van een sectorafhankelijk percentage van de omzet. De subsidie bedraagt maximaal € 550.000 voor het mkb en € 600.000 voor grote ondernemingen. De regeling Ongedekte Vaste Kosten land- en tuinbouw (OVK) geldt zonder wijzigingen ten opzichte van de huidige versie in het eerste kwartaal van 2022.

Belastingmaatregelen

In januari beslist het kabinet of verlenging van de bijzondere regeling voor uitstel van belastingbetaling na 31 januari 2022 nodig is. De afspraken met België en Duitsland over de belastingheffing van grenswerkers gelden tot en met 31 maart 2022. Het doorbetalen van de onbelaste reiskostenvergoeding bij een gewijzigd reispatroon en de regeling betaalpauze voor hypotheken eindigen per 31 december 2021.

Evenementen

De garantieregeling voor evenementen (TRSEC) en de Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) zijn verlengd tot en met het derde kwartaal van 2022. Deze regelingen treden in werking als een evenement in deze periode door de Rijksoverheid wordt verboden. In het eerste kwartaal van 2022 bedraagt het subsidiepercentage 90 en in het tweede en derde kwartaal 80. De voorwaarden voor deze regelingen worden begin 2022 bekendgemaakt.

Coronafinancieringsregelingen

De coronafinancieringsregelingen KKC, GO-C, BMKB-C, BL-C en de Qredits-overbruggingsfaciliteiten gelden ook in het eerste halfjaar van 2022.

Culturele en creatieve sector

Er komt een specifiek steunpakket voor de culturele sector voor de maand januari 2022. De leenfaciliteit bij Cultuur + Ondernemen geldt tot en met het tweede kwartaal van 2022.

Sport

Voor de amateursport gelden de eerdere compensatieregelingen TASO en TVS voor de vaste lasten en de huurkosten tot en met januari 2022. Gemeenten krijgen de mogelijkheid om ijsbanen en zwembaden te ondersteunen.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | CE / 21312594 | 13-12-2021

Verlof zonder toestemming geen reden voor ontslag op staande voet

Zonder dringende reden mag een werknemer niet op staande voet ontslagen worden.

In een procedure was in geschil of de werkgever een dringende reden had om een werknemer op staande voet te ontslaan. De werknemer was zonder toestemming voor verlof een dag niet op zijn werk verschenen. De werknemer had wel toestemming gevraagd. De reden voor het verlof was dat de werknemer op die een taakstraf moest uitvoeren. De werkgever was daarvan op de hoogte. Voor twee eerdere dagen, waarop de werknemer zijn taakstraf had uitgevoerd, had de werkgever wel toestemming gegeven.

De werkgever had eerder aan de werknemer twee officiële waarschuwingen gegeven wegens ongeoorloofd verzuim en te laat komen. De kantonrechter vond deze waarschuwingen niet zwaarwegend, omdat de werknemer de werkgever had laten weten dat hij niet kwam omdat hij zich niet goed voelde. De werkgever heeft de werknemer meerdere malen laten weten dat het goed was dat de werknemer later of niet kwam. Volgens de werkgever heeft hij dit gedaan om de werksfeer goed te houden.

Naar het oordeel van de kantonrechter had de werkgever er in redelijkheid aan mee moeten werken dat de werknemer zijn taakstraf kon uitvoeren. Dat de werkgever wellicht andere belangen had waarvoor het belang van de werknemer moest wijken is in de procedure gesteld noch gebleken. De kantonrechter vond ontslag op staande voet, gelet op alle omstandigheden, een te zwaar middel. De werknemer had recht op een billijke vergoeding en een transitievergoeding. De verzochte billijke vergoeding bestond uit een maandsalaris plus vakantietoeslag. Dat bedrag vond de kantonrechter redelijk.

Bron: Rechtbank Den Haag | jurisprudentie | ECLINLRBDHA202112153, 9368970/EJ VERZ 21-84472 | 01-11-2021

Mogelijkheden structurele crisisregeling loonkosten

In reactie op een tweetal moties van de Tweede Kamer stuurt de staatssecretaris van SZW een overzicht met mogelijkheden voor een structurele crisisregeling ter ondersteuning van werkgevers bij het betalen van loonkosten. Anders dan de NOW zou een structurele regeling meer ruimte moeten beiden voor maatwerk en prikkels. De staatssecretaris benadrukt dat besluitvorming over een structurele regeling aan het nieuwe kabinet wordt overgelaten. In zijn brief aan de Kamer beschrijft de staatssecretaris drie mogelijke varianten. Een structurele crisisregeling heeft als doel het behoud van werkgelegenheid door werkgevers te ondersteunen bij het betalen van de loonkosten bij calamiteiten, die niet onder het regulier bedrijfsrisico vallen. Dat betekent dat situaties die tot het reguliere ondernemersrisico horen niet in aanmerking komen voor een structurele crisisregeling. Risico’s, die redelijkerwijs verzekerbaar zijn, zouden uitgesloten moeten worden van een crisisregeling.

Om te bepalen of zich een calamiteit voordoet, die buiten het reguliere ondernemersrisico ligt, moet een toegangstoets worden uitgevoerd. Deze toets moet zoveel mogelijk geautomatiseerd verlopen om ook grotere hoeveelheden aanvragen te kunnen verwerken. Hoewel het UWV de aangewezen instantie lijkt voor de uitvoering van de crisisregeling, is nog niet duidelijk of het UWV ook de toegangstoets zou moeten uitvoeren.

De staatssecretaris schetst de volgende varianten:

  1. een regeling op werknemersniveau;
  2. een regeling op werkgeversniveau; en
  3. een combinatie van variant 1 en 2, waarbij de regeling op werkgeversniveau geïmplementeerd wordt.

Bij een regeling op werknemersniveau kan de werkgever een aanvraag indienen voor (een deel van) zijn werknemers. Daarbij zouden de individuele WW-rechten van de werknemers kunnen worden betrokken. Een regeling op werknemersniveau leent zich beter voor kleinere crises en staat maatwerk toe. Bij een regeling op werkgeversniveau wordt een aanvraag ingediend voor het gehele personeelsbestand. Een koppeling met individuele WW-rechten is daarbij niet mogelijk. Een regeling op werkgeversniveau is naar zijn aard grover en beter geschikt voor een grote crisis.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2021-0000179109 | 22-11-2021

Ontslag op staande voet na weigering te re-integreren

Uitgangspunt van de wet is dat een zieke werknemer bescherming verdient. Om die reden voorziet de wet in het recht op doorbetaling van loon bij ziekte. De werknemer verliest het recht op doorbetaling van loon als hij niet meewerkt aan zijn re-integratie in het arbeidsproces. Het verlies van loon is volgens Hof Den Bosch een zware sanctie. Naar het oordeel van het hof moet daar niet de sanctie van ontslag op staande voet bijkomen. Ontslag op staande voet is een uiterste middel, dat door een werkgever met terughoudendheid moet worden ingezet. Volgens Hof Den Bosch geldt die terughoudendheid des te meer als de wet al voorziet in een andere sanctie, zoals bij de weigering om mee te werken aan re-integratie. Door de mogelijkheid tot inhouding van het loon is er voor de werkgever geen dringende reden om het dienstverband op te zeggen.

Het hof oordeelde in een procedure van een werknemer, die werd ontslagen op het moment dat de opschorting van het loon één maand was toegepast. Andere redenen voor het ontslag dan het niet meewerken aan de re-integratie zijn niet gegeven. Het hof verklaarde voor recht dat het gegeven ontslag op staande voet vernietigbaar was. De werknemer had de kantonrechter kunnen vragen het ontslag op staande voet te vernietigen, maar heeft dat niet gedaan. De werknemer heeft zich daardoor neergelegd bij het einde van de arbeidsovereenkomst, dat door de kantonrechter is vastgesteld op 3 augustus 2020. Het hof heeft de loonvordering van de werknemer afgewezen. Naar het oordeel van het hof heeft de werkgever de loonbetaling wegens het niet meewerken aan de re-integratie terecht gestaakt.

Het hof heeft de werkgever wel veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding omdat het gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is.

Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLINLGHSHE20213554, 200.291.389/01 | 24-11-2021

Herziening mate van arbeidsongeschiktheid

Voor de toepassing van de Wet WIA is iemand gedeeltelijk arbeidsongeschikt als hij door ziekte of gebrek met arbeid maximaal 65% kan verdienen van het maatmaninkomen per uur en hij niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. De beoordeling van iemands arbeidsongeschiktheid wordt gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en een arbeidskundig onderzoek.

De vraag in een procedure voor de Centrale Raad van Beroep was of het UWV de mate van arbeidsongeschiktheid van een werkneemster terecht heeft vastgesteld op minder dan 35%. Eerder was de werkneemster volledig arbeidsongeschikt verklaard. Op grond van de nieuwe vaststelling heeft het UWV de WGA-loonaanvullingsuitkering van de werkneemster beëindigd.

Volgens vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep is het UWV niet verplicht om iedere afwijking van een eerdere beoordeling te motiveren. Noch in de tekst, noch in het systeem van de WAO kan een aanknopingspunt worden gevonden voor de stelling dat een herziening van een eenmaal toegekende arbeidsongeschiktheidsuitkering slechts kan geschieden als zich een relevante wijziging in de medische en/of arbeidskundige toestand van de betrokken verzekerde heeft voorgedaan. Ook een gewijzigd inzicht van het UWV kan een grondslag vormen voor een herziening van het recht op uitkering. Daarbij zal wel moeten vaststaan dat het gewijzigde inzicht op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en deugdelijk is onderbouwd. Volgens de Centrale Raad van Beroep wordt dit niet anders als het geschil over de Wet WIA gaat.

De Centrale Raad van Beroep heeft het oordeel van de rechtbank, dat de medische grondslag van het bestreden besluit zorgvuldig tot stand is gekomen en voldoende deugdelijk is onderbouwd, onderschreven.

Bron: Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | ECLINLCRVB20212875, 20/741 WIA | 16-11-2021

Waarschuwing wegens plichtsverzuim verhinderde ontslag om dezelfde reden

De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) verzocht ontbinding van de arbeidsovereenkomst van enkele personeelsleden omdat zij tijdens de nachtdienst op de centrale post in slaap waren gevallen. De personeelsleden hadden cameratoezicht moeten houden op een gedetineerde op de isolatieafdeling.

Een van de personeelsleden erkende een deur niet te hebben geopend, waardoor een collega moest wachten. Dat kwam doordat hij in gesprek was met een andere collega. Het personeelslid ontkende dat hij op de centrale post in slaap was gevallen. Na zijn werktijd op de centrale post is hij naar de teamkamer gelopen en daar in slaap gevallen.

De kantonrechter was van oordeel dat de DJI in voldoende mate aannemelijk heeft gemaakt dat het personeelslid tijdens een nachtdienst enige tijd heeft geslapen en dat hij op de centrale post zijn taken niet of niet volledig heeft uitgevoerd. Die gedragingen kunnen als ernstig plichtsverzuim worden gekwalificeerd en een strenge arbeidsrechtelijke maatregel rechtvaardigen. Tijdens de mondelinge behandeling werd echter duidelijk dat de ploegleider de betreffende personeelsleden aan het einde van de nachtdienst op hun gedrag heeft aangesproken en heeft gewaarschuwd dat bij herhaling van dat gedrag melding zou worden gemaakt. Naar het oordeel van de kantonrechter hoefden de personeelsleden niet te verwachten dat na verloop van ruim een maand alsnog melding gemaakt zou worden van de incidenten die tijdens de nachtdienst hadden plaatsgevonden.

Naar het oordeel van de kantonrechter had de DJI, mede gelet op de gegeven waarschuwing aan het einde van de nachtdienst, het tijdverloop tussen de incidenten en het besluit van de DJI om ontbinding van de arbeidsovereenkomst na te streven en de omstandigheid dat zich tijdens de betreffende nachtdienst geen gevaarlijke situatie heeft voorgedaan, een minder verdergaande maatregel moeten nemen. De vereiste redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst ontbrak.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBLIM20218580, 9497472/AZ/21-153 16112021 | 15-11-2021

Maximumbedragen kindgebonden budget 2022

Het maximumbedrag van het kindgebonden budget per kind wordt met ingang van 1 januari 2022 verhoogd met € 70 per jaar. De verhoging geldt vanaf het tweede kind. Het kindgebonden budget is inkomensafhankelijk. Dat wil zeggen dat de bedragen van het kindgebonden budget dalen naarmate het inkomen van de ouders hoger is.

Maximumbedragen kindgebonden budget (in euro per jaar)

Aantal kinderen onder 12 jaar Bedrag 2021 Bedrag 2022
  1   1.204   1.220
  2   2.226   2.326
  3   3.145   3.327
  4 en meer   3.145 + 919   3.327 + 1.001

Het extra bedrag geldt voor ieder kind vanaf het vierde.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | Staatsblad 2021, 562 | 22-11-2021