Naar alle waarschijnlijkheid wordt deze zomer het wetsvoorstel Werken met en als zelfstandige(n) ter consultatie gepubliceerd op het internet. Dat blijkt uit de beantwoording van vragen van de Tweede Kamer over de brief inzake dit onderwerp van de minister van SZW en de staatssecretaris van Financiën van december 2022.
Het wetsvoorstel moet de mogelijkheden voor handhaving op schijnzelfstandigheid en de rechtspositie van zzp’ers verbeteren. Het kabinet heeft het streven om het huidige handhavingsmoratorium uiterlijk per 1 januari 2025 volledig op te heffen. Het wetsvoorstel introduceert een rechtsvermoeden voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst op basis van het uurtarief waarvoor iemand werkzaam is. Het rechtsvermoeden is weerlegbaar door aan te tonen dat geen sprake is van arbeid, loon en werken in dienst van.
De bewindslieden wijzen erop dat ook binnen de arbeidsovereenkomst de ruimte bestaat om bijvoorbeeld meer flexibiliteit te bieden rondom werktijden en -plaats of meer ruimte voor autonomie in het werk. De noodzaak om via goed en modern werkgeverschap duurzame arbeidsrelaties te bevorderen wordt met name gevoeld in sectoren, die publiek gefinancierd worden, zoals de zorg, het onderwijs en de kinderopvang. In die sectoren is een groot aantal (schijn)zelfstandigen werkzaam. Het kabinet zet voor deze sectoren het werkprogramma Personeel niet in loondienst (PNIL) op. Dit werkprogramma moet zorgen voor een aanvullende aanpak met generieke en sectorspecifieke maatregelen. De bewindslieden zullen de Kamer nog voor de zomer informeren over de voortgang van het werkprogramma.