De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Kamervragen over een vervroegde ingang van de AOW-uitkering voor mensen met zwaar werk beantwoord. Al eerder in de discussie over verandering van het pensioenstelsel is geconcludeerd dat een generieke regeling voor zware beroepen niet is uit te werken. Er kan geen sluitende definitie geformuleerd worden van wat onder zware beroepen moet worden verstaan. Het principeakkoord over het pensioenstelsel geeft werkgevers en werknemers de ruimte om specifieke groepen werknemers de mogelijkheid te bieden om vervroegd uit te treden.
De minister ziet er niets in om de premieplicht voor de AOW te laten vervallen voor mensen met een zwaar beroep die eerder met pensioen zijn gegaan. Mensen, die in Nederland wonen of werken, zijn verzekerd voor de AOW tot de AOW-gerechtigde leeftijd. Gedurende de verzekeringsperiode wordt AOW opgebouwd en AOW-premie betaald. Verzekering, opbouw en premieplicht zijn aan elkaar gekoppeld en stoppen bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Door een generieke vrijstelling van de AOW-premie bij vervroegd pensioen zou iemand nog wel verzekerd zijn en AOW opbouwen maar niet meer bijdragen aan de AOW. Dit past niet in een volksverzekering als de AOW.
Wel is in het principeakkoord afgesproken de mogelijkheid te onderzoeken om het moment van uittreden te koppelen aan het aantal dienstjaren. Dit onderzoek moet volgend jaar worden afgerond.