Bij de Tweede Kamer is het voorstel Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) in behandeling. Dit wetsvoorstel brengt wijzigingen aan in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) en in de Wet financiering sociale verzekeringen. De doelstelling van het wetvoorstel is verbetering van de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een nota van wijziging ingediend. De belangrijkste aanpassingen zijn de volgende.
De nota van wijziging herstelt een verzuim in het wetsvoorstel. Daarin was vergeten een verwijzing op te nemen waardoor een uitzendovereenkomst, waarbij de loondoorbetalingsplicht is uitgesloten, ten onrechte niet als oproepovereenkomst zou worden aangemerkt.
Het wetsvoorstel bevat een delegatiebepaling om bepaalde arbeidsovereenkomsten aan te kunnen wijzen als niet zijnde een oproepovereenkomst. Deze delegatiebepaling was te ruim geformuleerd. In de gewijzigde bepaling wordt nu aangegeven dat nadere regels kunnen worden gesteld over wanneer wel of geen sprake is van een oproepovereenkomst.
De Wab regelt dat het UWV kleine werkgevers compenseert voor de verschuldigde transitievergoedingen bij staking van de onderneming vanwege pensionering of arbeidsongeschiktheid van de werkgever. Dat wordt uitgebreid met staking van de onderneming door overlijden van de werkgever. De compensatieregeling van de transitievergoeding bij overlijden van de werkgever wordt nader uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur.
Volgens het wetsvoorstel is de compensatie bij ontslag na langdurige ziekte gemaximeerd op het bedrag van de transitievergoeding bij ontslag na 104 weken ziekte. Daarvoor werd verwezen naar het tijdvak van de verplichte loondoorbetaling. Dat tijdvak is niet altijd gelijk. Daarom wordt nu voorgesteld de maximering te koppelen aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst van de zieke werknemer opgezegd mag worden. Dat is na twee jaar ziekte.