In een arbeidsovereenkomst kan een proeftijd worden opgenomen. De proeftijd mag niet langer duren dan een maand bij een arbeidscontract met een duur van meer dan zes maar minder dan 24 maanden. Bij een vast dienstverband of een tijdelijk dienstverband met een duur van twee jaar of langer mag de proeftijd maximaal twee maanden duren. Een proeftijd moet schriftelijk worden vastgelegd om rechtsgeldig te zijn. Bij een tijdelijk contract van zes maanden of korter mag geen proeftijd worden bedongen. De proeftijd is bedoeld om werkgever en werknemer de gelegenheid te geven om vrijblijvend te bezien of zij er goed aan hebben gedaan met elkaar een arbeidsovereenkomst te sluiten.
Voor de opzegging door de werkgever tijdens de proeftijd hoeft de werkgever geen redelijke grond te hebben. Ook de opzegverboden zijn niet van toepassing tijdens de proeftijd. Volgens de kantonrechter is er geen reden om hier anders over te denken bij opzegging voordat de proeftijd is ingegaan. Wel kan opzegging voor of tijdens de proeftijd schending van het beginsel van goed werkgeverschap opleveren als de werkgever misbruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid.