In een procedure in kort geding eiste een werknemer dat zijn werkgever zijn aangekondigde overplaatsing ongedaan zou maken. De procedure betrof een docent op een school voor middelbaar beroepsonderwijs, die zou worden overgeplaatst naar een andere opleiding binnen de school op een andere locatie. Aanleiding voor de overplaatsing was de constatering van de schoolleiding dat de kwaliteit van het onderwijs van de opleiding waar de docent werkzaam was onvoldoende was. De docent had een zeer bepalende en negatieve invloed op het team en er was sprake van overbezetting bij deze opleiding.
De kantonrechter stelde vast dat de docent was aangenomen als algemeen docent. In de arbeidsovereenkomst was niet opgenomen dat de docent op een bepaalde schoollocatie of in een bepaald team zou werken. De schoolleiding is bevoegd om waar nodig overplaatsing als instrument van personeelsbeleid in te zetten. De instemming van de docent was daar niet voor nodig, omdat de overplaatsing geen wijziging in functie, salaris of arbeidsplaats tot gevolg had. Er was geen sprake van een (eenzijdige) wijziging van de arbeidsovereenkomst.
De werkgever heeft het besluit tot overplaatsing met voldoende zorgvuldigheid genomen. Voordat tot overplaatsing werd besloten is onderzoek gedaan onder medewerkers en studenten naar aanleiding van signalen over gebrek aan kwaliteit. Zowel studenten als collega’s waren niet tevreden over het functioneren van de docent. De kantonrechter merkte verder op dat het niet aan een werknemer is om te oordelen over de noodzaak of wenselijkheid van organisatorische, personele of werkinhoudelijke maatregelen die een werkgever in het kader van de bedrijfsvoering meent te moeten nemen. Volgens de kantonrechter heeft de werkgever in redelijkheid tot overplaatsing van de docent kunnen besluiten. De vordering van de docent tot terugplaatsing in zijn oude team is afgewezen.