Het op Prinsjesdag 2022 voorgestelde generieke pakket koopkrachtmaatregelen geldt alleen voor 2023. Voor een deel van de huishoudens zal het einde van de koopkrachtmaatregelen per 2024 leiden tot financiële problemen. Waar nodig wil het kabinet kwetsbare huishoudens in 2024 gericht ondersteunen. Het kabinet verdeelt de problematiek in drie deelproblemen:
- de bestaanszekerheid;
- de hoge energierekening; en
- de onzekerheid van de energieprijzen.
Voor deze deelproblemen heeft het kabinet bekeken welke maatregelen mogelijk zijn.
Voor de bestaanszekerheid denkt het kabinet aan de gebruikelijke koopkrachtinstrumenten, zoals toeslagen en heffingskortingen. Bij besluitvorming in augustus is er voldoende tijd om de uitkomsten te verwerken met ingang van 2024. Dit geldt ook voor een eventuele verlaging van de btw, bijvoorbeeld op energie, of accijnsverlagingen.
Voor compensatie van de hoge energierekening gaan de gedachten uit naar het verlagen van de energiebelasting.
De onzekerheid van de energieprijzen kan worden beperkt door een gerichte vorm van het prijsplafond of door het afsluiten van vaste energiecontracten.
Het is niet mogelijk om een energietoeslag in te voeren per 2024. Op zijn vroegst zou dit kunnen in 2025. Omdat de invoering van een nieuwe toeslag ingaat tegen het voornemen om de toeslagen af te schaffen, kiest het kabinet niet voor de invoering van een energietoeslag. Verhogingen van de zorg- en huurtoeslag zijn wel mogelijk als tegemoetkoming.
Een gericht prijsplafond, dat is gekoppeld aan inkomensgegevens, is niet uitvoerbaar per januari 2024. Dat geldt ook voor een prijsplafond op basis van historisch verbruik. Indien de extreme situatie van hoge en volatiele energieprijzen zich opnieuw voordoet, zijn generieke varianten op het huidige prijsplafond een optie voor 2024. Op dit moment bieden energieleveranciers vaste contracten aan met prijzen onder het huidige prijsplafond.
Een relatief groot deel van de kwetsbare huishoudens is huurder van een corporatiewoning. Het kabinet heeft maatregelen verkend om deze groep gericht tegemoet te komen. Het is in principe mogelijk om afspraken te maken met woningcorporaties om de huur voor corporatiewoningen met E-, F- en G-labels te verlagen. Om de investeringscapaciteit van woningcorporaties op peil te houden is compensatie voor de gederfde huurinkomsten nodig. Daar is nog geen uitvoerbare variant voor gevonden.