Werknemers zijn verplicht verzekerd voor de Ziektewet, de Werkloosheidswet en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Werknemer is de natuurlijke persoon die in privaatrechtelijke dienstbetrekking werkzaam is. Voor het bestaan van een dienstbetrekking moet aan drie criteria zijn voldaan:
- er is sprake van een gezagsverhouding;
- de werknemer is verplicht om de arbeid persoonlijk te verrichten; en
- de werkgever is verplicht tot het betalen van loon.
Bij de beoordeling of er een privaatrechtelijke dienstbetrekking aanwezig is, moet worden gelet op alle omstandigheden van het geval, in hun onderling verband bezien.
In een procedure over de verzekeringsplicht van dga’s voerde de inspecteur aan dat de dga’s op indirecte wijze via hun persoonlijke houdstervennootschappen belast waren met het bestuur van de gezamenlijke werkmaatschappij en dat zij feitelijk bestuurder waren. Volgens de inspecteur stonden de dga’s bij de uitvoering van hun werkzaamheden als bestuurder onder het gezag en toezicht van de algemene vergadering van aandeelhouders. Onder de noemer managementvergoeding werd loon betaald aan de persoonlijke houdstervennootschappen van de dga’s. Naar de mening van de inspecteur was voldaan aan de wettelijke eisen van arbeid, gezag en loon voor een privaatrechtelijke dienstbetrekking.
Het Arnhem-Leeuwarden deelde de opvatting van de inspecteur niet in zijn betoog en overweegt daartoe als volgt. De dga’s vervingen elkaar onderling. Het kwam voor, dat de ene dga meer werk deed dan de andere dga. Volgens het hof verrichtten de dga’s bestuurs- en managementtaken, die voortvloeiden uit de managementovereenkomsten van de persoonlijke houdstervennootschappen met de werkmaatschappij en uit de arbeidsovereenkomsten van de dga’s met hun persoonlijke houdstervennootschappen. Niet aannemelijk was dat de dga’s met de werkmaatschappij arbeidsovereenkomsten hadden gesloten. In de managementovereenkomsten, waarbij de dga’s geen partij waren, stonden geen bepalingen die duidden op een arbeidsovereenkomst. Het enkele feit, dat de dga’s feitelijk taken voor de werkmaatschappij hebben verricht en dat zij daarvoor de ervaring en expertise hebben, leidt niet tot de conclusie dat zij zich persoonlijk hebben verplicht arbeid te verrichten voor de werkmaatschappij.